FAILLIETE BOEDEL OVERGEDRAGEN

Nou, waar wij het al tijden over hebben gehad en in onze kolommen vermeld, is gisteren zonder terughoudendheid naar voren gebracht door onze nieuwe president Chandrikapersad Santokhi en de vicepresident Ronnie Brunswijk. De regering Bouterse heeft een vrijwel lege staatskas overgedragen aan de nieuwe coalitieregering van VHP, ABOP, NPS en PL. De nieuwe regering die op zeer korte termijn met haar werkzaamheden aanvangt, krijgt het bestuur in handen en kan volgens de mededelingen van Santokhi en Brunswijk, financieel helemaal niet uit de voeten. De situatie is van dien aard, dat de regering zonder snelle financiële ondersteuning, niet in staat zal zijn de ambtenaren deze maand hun salaris en vakantiegeld, uit te betalen De staatskas is leeg en de overheid heeft veel te weinig geld om de meest essentiële maandelijkse verplichtingen, te dekken. De salarissen van werkers in de publieke sector werden voor de maand juni door de commerciële banken voorgeschoten, en die zijn naar verluidt, niet van plan nog meer geld van de spaarders vrij te maken om salarissen van ambtenaren inclusief de vakantiegelden over de maand juli, wederom voor te schieten, terwijl het gezien de verdiencapaciteit van de overheid, helemaal niet duidelijk is, wanneer het verstrekte krediet, terug zal worden betaald. Het is dan ook geen wonder waarom de regering Bouterse II, helemaal geen bezwaar had de macht een maand eerder over te dragen aan het nieuwe coalitionele kabinet. Ook op de kluis van de Centrale Bank van Suriname kan de regering momenteel geen beroep doen, omdat ook daar de splinternieuwe biljetten in SRD niet in voldoende mate voorradig zijn, om een groot en log ambtenarenapparaat door middel van monetaire financiering te kunnen betalen en zo sociale onrust te voorkomen. Het heeft er momenteel veel van dat de NDP-regering van Bouterse, de zaak moedwillig financieel heeft geruïneerd, omdat men lang voor de verkiezingen reeds wist, dat verlies zeker tot de mogelijkheden zou behoren, gezien het ruïneuze verkwistende en leenbeleid, dat in de afgelopen tien jaar was gevoerd. Op gewetenloze wijze heeft men het desastreuze economisch, financieel en monetair beleid voortgezet, terwijl men wist dat de inkomsten van de overheid zwaar terugliepen en het dus niet verantwoord was door te blijven lenen, lokaal en in het buitenland. Santokhi en Brunswijk worden nu met een voldongen feit geconfronteerd en zijn reeds tot het besef gekomen, dat zonder externe en lokale financiële ondersteuning, het een onmogelijke opgave wordt dit land zonder sociale erupties, te besturen. Er zullen toch financiële injecties moeten komen en een zogeheten structureel aanpassingsprogramma, om die broodnodige middelen vrij te kunnen krijgen. En dat moet zeer snel geconcretiseerd worden, anders komen er zeer grote problemen, die de NDP-regering van Bouterse in de hand heeft gewerkt en waarvoor ze nu hard voor wegloopt en het loodzware gewicht van problemen op de schouders van het nieuwe kabinet plaatst. Misdadig gewoon wat ze heeft veroorzaakt en nu zonder schroom, durft overdragen aan een regeerploeg, die met de beste bedoelingen wil gaan werken om te redden wat er nog te redden valt. Maar niemand in dit land moet de huidige situatie vreemd vinden, want dezelfde economische en financiële ellende heeft de NDP-regering van Wijdenbosch 1996-2000 veroorzaakt en bij vertrek aan de regering Venetiaan II in 2000 overgedragen. André Telting en Humphrey Hildenberg werden met dezelfde financiële ravage en een gierende inflatie, veroorzaakt door monetaire financiering van de begrotingstekorten, geconfronteerd. Ook Telting werd met een lawine van buitenlandse schulden geconfronteerd. Ook toen hebben de leden van de NDP-regering op schandelijke wijze uit de staatsmiddelen geroofd. Al de schulden heeft André Telting in 10 jaren tijd kunnen terugbetalen. Santokhi en Brunswijk krijgen een failliet land in handen en zullen met stunt- en vliegwerk moeten trachten, de noodzakelijke betalingen te doen. De olie- en gasrekening, de medicijnenrekening, de import van basislevensbehoeften en de ambtenarensalarissen zal ze moeten kunnen voldoen, anders komen er de grootste problemen. En juist omdat men bij de regering Bouterse II dat allemaal wist, is men snel vertrokken. Santokhi en zijn kabinet zullen nu moeten tonen, snel bronnen aan te kunnen boren, die bereid zijn hen uit de brand te helpen, slagen ze daar niet in, dan zal de bom zeker barsten. En wie lachen dan in hun vuistje?

More
articles