Geen inhoudelijke discussie over Wet Uitzonderingstoestand

Uitzonderingstoestand met 1 maand verlengd

Naar aanleiding van een schrijven van vicepresident Ashwin Adhin aan de voorzitter van De Nationale Assemblee met het verzoek om de termijn van de burgerlijke uitzonderingstoestand te verlengen voor de duur van drie maanden, is het parlement gisteren bijeengekomen. De burgerlijke uitzonderingstoestand is daarbij met een maand verlengd, hoewel de wet aangaf, dat de periode met drie maanden verlengd kon worden. Adhin zei dat de nieuwe regering de ruimte krijgt om de uitzonderingstoestand hetzij met één maand of drie maanden te verlengen en naar eigen inzichten te handelen. ‘’De regering zal meegaan met het voorstel’’, aldus Adhin. Er is geen inhoudelijke discussie gevoerd over de wet. De uitzonderingstoestand is op 9 juli vervallen en is met 40 algemene stemmen met een maand verlengd. Asiskoemar Gajadien (VHP) merkte op dat de toenmalige oppositie gezegd had dat de uitzonderingstoestand moest komen en dat regels geschapen moesten worden.

Echter zijn er volgens hem zaken zoals onder andere een financiële paragraaf opgenomen die niets te maken hadden met COVID-19, maar als drogreden gebruikt werden om de financiële problemen op te lossen. Gajadien zei dat hij er geen voorstander van is dat er geen grondslag is voor maatregelen die nu genomen worden. Er moet volgens hem ook nog een evaluatie komen om te benadrukken, waarom de verlenging moet komen. “Het is nodig dat we gaan voor verlenging, maar we kunnen een wet waarin financieel paragrafen zijn opgenomen die in strijd met de grondwet zijn, moeilijk goedkeuring geven.” Voorts zei hij dat wijzigen van de wet onnodig is, omdat er een nieuwe regering komt die waarschijnlijk een nieuw plan heeft dat we kennen. “Een discussie voeren met de huidige regering zal geen soelaas bieden. We staan niet volledig achter de wet, maar we moeten de samenleving beschermen en de nieuwe regering ruimte geven om met goed beleid te komen”, aldus Gajadien. Rabin Parmessar (NDP) zei daarop dat als Gajadien van mening is dat zaken in de wet zijn opgenomen die in strijd zijn met de wet en dat een discussie geen soelaas zou bieden, de wet dan gewijzigd moet worden. Marinus Bee (Abop) zei dat hij het bezwaar van Parmessar begrijpt, maar dat er was afgesproken om de inhoudelijke discussie voorlopig achterwege te laten. “We hebben afgesproken om een maand in te bouwen, omdat we ervan uitgaan, dat de nieuwe regering andere beleidsinzichten zal hebben. De evaluatie moet nog komen. Laten we daarop wachten en dan de discussie voeren. We moeten het bestrijden van COVID-19 buiten de partij politieke sfeer laten”, stelde Bee. Ebu Jones (NDP) denkt dat een maand niet voldoende is om terug te komen om een nieuwe wet te maken, omdat de huidige wet zegt dat er maar één keer verlengd kan worden. Hij stelde daarom voor om te gaan naar de verlenging van drie maanden. Chan Santokhi (VHP) zei dat de regering nu in een transitiefase zit en dat in de afgelopen periode, er veel contact is geweest tussen de regeringen op ministerieel niveau. Er is voldoende voorbereiding getroffen, maar de maatregelen moeten een legale status te krijgen. Hij zei dat de covid-teams van beide regeringen in overleg met elkaar zijn en dat de discussie binnen twee weken afgerond zal zijn. Daarna kan de discussie volgens hem gevoerd worden. André Misiekaba (NDP) zei dat hij de standpunten van Bee en Santokhi begrijpt, maar dat Gajadien nog in de oude sfeer van toen is gestart. “We hebben afgesproken om niet inhoudelijk te gaan, maar als je zegt dat er financiële zaken zijn die in strijd zijn met de wet, dan moeten we de inhoudelijke discussie voeren. Wat de vorige coalitie en oppositie de afgelopen jaren hebben gedaan, zal hen achtervolgen ten positieve of negatieve”, aldus Misiekaba.

door Priscilla Kia

 

More
articles