Ivan Fernald, auteur van het boek ‘Het roer moet om’, zegt dat ons land doet aan symptoombestrijding binnen het onderwijs en dat kan op de lange termijn grotere gevolgen hebben. Fernald zegt dat onderwijs topprioriteit is en op termijn de welvaart en het welzijn van een natie bepaalt. Het is daarom belangrijk daarin te investeren om de vruchten te plukken. “Er wordt veel investering gepleegd door overheid, maar de uitkomst daarvan is laag. Als we kijken naar de overgangs- en slagingspercentages en hoe afgestudeerden het doen in het arbeidsproces of een vervolgstudie, dan bekruipt ons een raar gevoel. We moeten niet meer kijken, maar actie ondernemen om de beoogde doelen te bereiken en dat wordt verwoord in het boek”, zei Fernald in To the Point.
Volgens Fernald moeten we weten wat de werkelijke problemen zijn om die te kunnen oplossen. “Het is vaak zo dat we de nadelige gevolgen wel kennen, maar we dringen niet door tot de kern van het vraagstuk. We doen aan symptoombestrijding. Dat kan voor een partiële oplossing zorgen, maar op termijn, leidt dat tot grotere problemen. Dataverzameling door wetenschappelijk onderzoek maakt de omvang van het probleem zichtbaar”. Fernald zei dat het boek uit 5 hoofdstukken bestaat, waarvan het eerste de relatie tussen het ministerie van Onderwijs en de vakbeweging beschrijft. “De controverses hebben een structureel karakter en dat is niet bevorderlijk voor het onderwijs. Er moet een convenant zijn met de vakbeweging. We kunnen het ons niet veroorloven, dat de vakbeweging gezien wordt als een stoorzender. Er moet een afspraak komen waarbij het ministerie de doelen formuleert, gedragscodes vaststelt, maar waarin de vakbeweging ook betrokken wordt voor advies”, stelde Fernald.
Zonder innovatie kan er geen verbetering komen binnen het onderwijs, maar als die komt, moet ze goed voorbereid en deskundig uitgevoerd worden. “En daar schort het aan. Er is deskundigheid, maar ze lopen op hun tenen. Er moet een Strategische Onderwijs Raad met juristen, onderwijsdeskundigen, ICT deskundigen en andere deskundigen komen die advies geeft aan de minister over beleidsaangelegenheden of wetsproducten en structuren van de diverse onderwijslagen. Deze raad kan ook adviseren, welke veranderingen uitvoerbaar zijn of niet”. Volgens Fernald zijn er enkele gebieden binnen het onderwijs die om aandacht vragen. Ten eerste moet er gekeken worden naar de onderwijs inhoudelijke aangelegenheden. “Brengen we onze studenten de juiste kennis en vaardigheden met verouderde leerboeken bij? Hoe geven we onderwijs anno 2020? Er is niets mis met de didactische vormen, maar ze passen veelal niet meer” in deze tijd. Ten tweede moet het onderwijsapparaat onder een vergoot glas geplaatst worden, “het is een centralistisch systeem, waarbij vanuit Paramaribo alles gestructureerd wordt. We moeten kijken naar de procedures, de bemensing en prestaties. Wat te zwaar wordt moet af-gestoten worden”, stelde Fernald.
Volgens hem moeten we naar een strategisch plan voor het onderwijs, waarbij we nagaan voor welke sector we kiezen. We moeten ons onderwijs stoelen op de ontwikkelingen die we verwachten. Ons onderwijs glijdt langzaam af van een bepaalde hoogte. “We moeten zo snel mogelijk het roer omgooien, omdat grote ontwikkelingen zullen komen, door de hele coronacrisis. De wereld zal niet meer toestaan, dat de economie stil ligt, als iets dergelijks zich weer voordoet. Er zal worden overgegaan tot technologie waarbij bedrijfsprocessen met zo weinig mogelijk lijfelijk contact van mensen, zal plaatsvinden. Wat zullen de consequenties daaran zijn, gelet op de manier waarop wij lesgeven, en toetsende digitalisering zal leiden tot een grotere kloof en we moeten dat voorkomen”. Tot slot benadrukte Fernald dat zijn boek geen wetenschappelijk onderzoek is, maar een aanzet kan zijn voor verder onderzoek. Daarnaast kunnen de diverse reacties van mensen hem verder verrijken.