Met nog twee dagen voor de verkiezingen, twijfelen nog een heleboel zwevende kiezers, waaronder veel jongeren, of zij naar de stembus zullen gaan op 25 mei as. In deze fase richt de verkiezingsstrijd zich met name op de kiezers, die nog niet weten of en op wie ze gaan stemmen. Voor het behalen van zetels wordt elk kunstje uit de kast gehaald. Bestuurskundige August Boldewijn zegt in gesprek met De West, dat de zwevende kiezers gebruik moeten maken van hun stem, want dit kan wat gewicht in de schaal leggen. Over het stemgedrag kan nog niet veel gezegd worden, omdat een ieder een vrije wil heeft. Volgens Boldewijn kan het alle kanten op, als ongeveer dertig procent van de kiezers nog geen kleur bekent. “Je weet niet welke kant het op zal gaan. Onbekend is dus op wie de zwevende kiezers gaan stemmen”, zegt Boldewijn.
“Vroeger werd vaak van huis uit bepaald, op welke partij gestemd zou worden, nu nemen velen pas in het stemhokje een definitieve beslissing.” Boldewijn merkt op, dat nog nooit eerder zoveel kiezers tot zo kort voor de verkiezingen als nu hun keus nog niet hebben gemaakt, en dat maakt veel politici zenuwachtig en de uitslag van de verkiezingen onvoorspelbaar.
Boldewijn is van mening, dat vanaf de schoolbanken de politiek aangeleerd moet worden. De kwestie met betrekking tot de zwevende kiezer, heeft volgens Boldewijn te maken met een bepaalde oorzaak in de geschiedenis. Hij geeft een voorbeeld door middel van communisten destijds, die een jeugdorganisatie oprichtte, waarbij zij naar de scholen gingen om de kinderen de communistische ideologie aan te leren. “Hier in Suriname is dat niet het geval. Kinderen van nu leren niet wat de echte inhoud van politiek is. Zij zijn niet geïnteresseerd”, merkt hij op. Boldewijn vindt, dat doordat deze personen te weinig weet of helemaal geen weet hebben van het politieke gebeuren, ze niet willen gaan stemmen. “Maar ook omdat zij teleurgesteld zijn, maar daarom zouden zij juist hun stem moeten uitbrengen, als zij uit een situatie willen komen”, benadrukt hij.
Boldewijn zegt, dat de politiek samenvalt met een geordende samenleving. “Indien een burger een goede samenleving wil hebben, is het je plicht als burger, je stem uit te brengen”, aldus Boldewijn. De bestuurskunde stelt, dat deels het probleem ligt bij de propagandisten van de verschillende partijen. “Partijen overtuigen een deel van de kiezers niet meer, er is een grote kloof tussen hun standpunten en die van deze kiezers.” Volgens Boldewijn hebben politieke partijen ook de aanleiding gegeven tot aarzelen en zweven. “Kiezers willen best voor een ideologisch samenhangend verhaal kiezen, als dit zou worden aangeboden. Maar dat is vaak niet het geval. En dus switchen en zweven ze.” Echter is hij van mening, dat je deze mensen niet zomaar kan overtuigen, om naar de stembus te gaan. Maar door middel van een vriendschappelijke, familie en intieme verhouding, kan je zo een kiezer zoveel mogelijk proberen overhalen, om te gaan stemmen. “Omdat min of meer het denken van deze personen synchroon loopt”, aldus Boldewijn.
“De twijfelaars kunnen de balans dus altijd doen overslaan, zodat ook de kleine partijen mee kunnen profiteren.”, merkt Boldewijn op. Een dergelijk groot aantal ‘nieuwe’ kiezers is voor elke politieke partij een welkome bijkomstigheid. De groep betreft personen die stemgerechtigd zijn geworden tussen mei 2015 en mei 2020. Boldewijn acht ze bewust genoeg. Tot de laatste groep behoren degenen die niet echt weten op welke partij te stemmen. “De actieve deelname van zowel kiezers als kandidaten geeft een verandering aan. Wellicht kan een opiniepeiling in het gehele land meer licht doen schijnen op het stemgedrag van de jongste kiezers”, stelt de bestuurskundige.
Boldewijn is voorts van mening, dat indien men echt verandering wil hebben in de huidige situatie, dat men toch moet gaan stemmen. “Het vraagstuk over de stembiljetten die verkeerd worden ingevuld en de opkomstkwestie, kan ook ervoor zorgen dat het een heel ander wending brengt.” Volgens Boldewijn moet men zich gaan realiseren, dat niet iemand zomaar aan de macht kan komen, die geen weet en kennis heeft over bepaalde zaken, vooral wat betreft Internationale zaken. “Je kunt niet doorgaan met een president die niet weet, hoe hij zaken moet oplossen, of die niet eens zelf naar het buitenland gaat, om met andere hoogwaardigheidsbekleders, zaken af te kunnen handelen. Daarom is het belangrijk dat elke burger gaat stemmen. Een ieder stem telt”, aldus Boldewijn.