Staat moet USD 3 miljoen extra betalen voor lening Stuwdam

De snel verslechterende naam van Suriname op de internationale kapitaalmarkt, heeft na de recente downgrade van Fitch en S&P, opnieuw een behoorlijke deuk opgelopen. Gisteren heeft de Surinaamse regering in een verklaring bevestigd, dat zij in gebreken is om te voldoen aan de voorwaarden van de lening, die via Oppenheimer op de internationale kapitaalmarkt is genomen om de overname van de Afobakkadam te financieren.

Dit betreft de USD 125 miljoen obligatie die nodig was voor de Stuwdam (betalen van de energierekening aan Alcoa). Dit is dus de laatste bond van het afgelopen jaar. Het document, dat hieronder wordt vermeld, is een officiële mededeling aan de obligatiehouders (investeerders) dat Suriname niet heeft voldaan aan de cash flow voorwaarde. Doordat niet aan deze voorwaarde is voldaan, is de rente met 3% additioneel gestegen. Hierdoor is de rente van 9.875% naar 12.875% gegaan.

Dit heeft de regering in een bekendmaking meegedeeld:

De Republiek Suriname deelt aan houders van notes van haar lening van USD 125 miljoen, tegen 9.875% rente, mee dat zij in gebreke is om, zoals afgesproken, uiterlijk 19 maart 2020 aan de houders een overzicht te sturen van haar terugbetaalcapaciteit.

Volgens de voorwaarden van de leningsovereenkomst had dit binnen 90 dagen na ondertekening moeten gebeuren. Dit betekent dat het oorspronkelijk afgesproken rentepercentage van 9.875%, conform de voorwaarden nu geacht wordt met 3 procentpunten te zijn verhoogd en thans dus 12.875% te zijn.

De verhoogde rente gaat in op en zal gelden tot dat Suriname heeft voldaan aan de voorwaarde om bedoeld overzicht van de terugbetalingscapaciteit te verstrekken.

Deze verklaring is gisteren uitgegeven door de Republiek Suriname.

More
articles