Cambiowet in strijd met Bankwet en wettelijke regelingen

Maurice Roemer, governor van de Centrale Bank van Suriname, heeft in een brief gedateerd 23 maart zijn bezwaren tegen de Wet Controle Valutaverkeer en Transactiekantoren, kenbaar gemaakt aan de president. Volgens Roemer staat de nieuwe wet op gespannen voet met de Bankwet en andere wettelijke regelingen en dringt erop aan dat de president de wet niet afkondigt vanwege de ingrijpende so-ciaaleconomische en maatschappelijke gevolgen. Volgens Roemer is de Bank niet gehoord of geïnformeerd over de inhoud van de wijziging van de wet, hoewel dat wel noodzakelijk was. Volgens Roemer heeft de wet betrekking op taken en bevoegdheden van verschillende instituten, die reeds in andere wetten zijn geregeld en met deze wet op gespannen voet komen te staan met de Bankwet, de Deviezenwet en de Wet Herleiding en Vernoeming Surinaamse gulden naar Surinaamse dollar. Hij vroeg zich daarom af of de wet uitvoerbaar is en het be-oogde doel zal bereiken. Roemer geeft aan, dat met de wet de contractvrijheid van partijen be-perkt wordt en het vrijheidsprincipe als grondrecht teniet wordt gedaan, waardoor het verzekeringswezen en de toeleveringsbedrijven aan de mijnbouwbedrijven, onder druk komen te staan met alle gevolgen van dien. Voorts wees hij erop dat de Deviezenwet toestaat, dat personen over vreemde valuta in chartale en girale vorm mogen beschikken, maar dat de nieuwe wet aangeeft, dat slechts voor reis, onderhoudsplicht, studie, medische doeleinden of voor de aanzuivering van creditcards de algemene banken valuta aan de burger zullen verstrekken.

Roemer heeft bezwaren tegen de instelling van een toezichtsorgaan, hoewel de Cen-trale Bank ook zitting heeft in het orgaan. Volgens hem zal het instellen van dit or-gaan betekenen, dat er een toezichthouder op de toezichthouder komt, welke gaat leiden tot uitholling van de positie van de Bank die voor haar toezichtstaken, afhankelijk wordt van besluiten van dit orgaan. Ook wijst de governor op het gevaar van politisering van dit orgaan.
De Centrale Bank is van mening dat er re-kening gehouden moet worden dat de afkondiging van de wet, tot gevoelens van onrust kan leiden bij de samenleving, met als gevolg dat klanten kunnen besluiten hun vreemde valuta op te nemen bij de banken. Hoewel de wet erop gericht is het tekort aan vreemde valuta op te lossen, zullen verhoogde cash opnames van het publiek juist leiden tot verdere opwaartse druk van de koers. De nieuwe wet stelt re-gels vast, die behoren aan de taakstelling van de Centrale Bank, zoals de wisselkoersen. De wet beoogt ordening van het valutaverkeer te optimaliseren en daarmee de inefficiëntie op de valutamarkt te minimaliseren. Echter is governor Roemer van me-ning, dat dit niet realistisch kan worden ge-zien, omdat de wisselkoers niet alleen door inefficiëntie op de valutamarkt is ontstaan, maar ook door macro-economische onevenwichtigheden door een structureel fiscaal tekort. “Dit fundamenteel probleem moet met voortvarendheid aangepakt worden, anders is er geen sprake van duurzame stabiliteit van de wisselkoers”, aldus Roemer.
Hij erkende daarnaast wel dat de wet goe-de elementen heeft, om verdere ordening te brengen in het valutaverkeer en de fi-nanciële sector. Hij wees hierbij naar de re-patriatieplicht van exporteurs, maar dat de exportopbrengsten tot nog toe onvoldoende aangepakt zijn daar het gaat om de plicht om de exportopbrengsten te verkopen aan de Centrale Bank. De wet heeft ook geen bepalingen omtrent verplichte verkoop van de gerepatrieerde middelen aan de Bank, hierdoor zal het belangrijkste deel van de wet niet worden gerealiseerd. Roemer zei dat de Centrale Bank grote voorstander is van repatriëring, mogelijk voor een hoger percentage dan in de wet is opgenomen en dat een belangrijk deel van de middelen verplicht worden verkocht aan de Bank. Hij stelde voor dat de Deviezen-commissie de Algemene Beschikking hierover uitvaardigt, daar deze materie haar werkterrein betreft.

More
articles