Valutawet zal juridische chaos creëren

Het goedkeuren van de Wet op valutatransacties en valutaverkeer 2020 die afgelopen zaterdag in DNA is aangenomen, heeft voor heel wat opschudding gezorgd. Sommige instanties, waaronder de banken, zijn oneens met de inhoud van deze wet. Burgers maken zich zorgen over de obligatielening van Staatsolie, en of de aangenomen wet invloed daarop zal hebben. Staatsolie CEO Rudolf Elias, heeft eerder gesteld, dat de nieuwe wet beperkingen heeft op valutatransacties van een ieder, behalve op degenen die bij of krachtens de wet daartoe bevoegd zijn. Ook stelde Elias dat er een Petroleumwet is, die zijn medewerking gaat verlenen ten behoeve van Staatsondernemingen. “Staatsolie heeft voor het aangaan van de obligatielening een dergelijke vergunning ontvangen van de Deviezencommissie. Daarnaast heeft Staatsolie voor de obligatielening tevens de goedkeuring ontvangen van de minister van Financiën”, stelde Elias.

De jurist en advocaat Hugo Essed, om een reactie gevraagd, zei dat Elias de investeerders gerust wil stellen. “Ik begrijp dat de directeur van Staatsolie de obligatiehouders wil geruststellen en dat Staatsolie vast van plan is de van de burgers geleende US dollars weer in US dollars terug te betalen. Het is juist dat krachtens de Petroleumwet Staatsolie, na schriftelijke toestemming van de minister van financiën, bevoegd was de obligatieleningen aan te gaan met niet-ingezetenen, zonder dat daartoe een vergunning van de deviezencommissie vereist was. In feite treedt de toestemming van de minister in de plaats van de deviezenvergunning. Als zodanig heeft Staatsolie dus geen aparte vergunning van de Deviezencommissie nodig, voor het plaatsen van de obligatie”, aldus Essed.

Echter geeft Essed aan, dat de obligatie-overeenkomst tussen Staatsolie en de obligatiehouders onder de definitie van artikel 3 lid 2 van de wet valt. “In relatie tot artikel 10 lid 3 van de wet moeten die overeenkomsten door partijen binnen dertig dagen na inwerkingtreding, “worden gewaardeerd in Surinaamse dollar” volgens de koers van de Centrale Bank. Die verplichting wordt niet opgeheven, niet door de Petroleum wet ook niet door de Deviezenregeling 1947. Deze verplichting tot waardering in SRD geldt overigens voor “alle overeenkomsten, van elke aard dan ook”. Niet alleen Staatsolie, maar ook alle banken, bedrijven, beroepsbeoefenaren, kortom “een ieder” is verplicht de door de wetgever bedoelde overeenkomsten in SRD te waarderen, hetgeen inhoudt, dat de uitvoering in SRD dien te geschieden”, aldus Essed.

Volgens Essed is het duidelijk dat met de aangenomen wet, een complete juridische chaos gecreëerd is en dat het verplicht omzetten c.q. waarderen in SRD van de duizenden overeenkomsten, feitelijk niet uitvoerbaar zullen blijken te zijn. Ook stelt hij dat de wet verder een tiental verboden heeft die verschillende actoren in de economie steeds op een andere wijze ernstige schade berokkenen. Voor sommige van de veroorzaakte problemen is volgens Essed wel een juridische op maat gesneden constructie te bedenken, maar hij verzekert dat uiteindelijk de koers op de zwarte markt zal blijven stijgen.

More
articles