Zowel de oppositie als de coalitie in DNA is gisteren in opstand gekomen tegen het besluit van minister Gillmore Hoefdraad van Financiën, om pas na zijn verhoor op het Openbaar Ministerie informatie te delen met het parlement, over de aanwending van de kasreservemiddelen. Het is intussen een maand geleden, dat Hoefdraad het parlement beloofd had, schriftelijk antwoord te geven op vragen naar de stand van zaken bij de Centrale Bank en de monetaire reserve. Hoefdraad heeft het parlement gisteren per brief laten weten, dat de procureur generaal een onderzoek heeft ingesteld naar de kasreserve en dat hij als minister daaromtrent gehoord zal worden door justitiële autoriteiten. Hij kan dus pas daarna informatie geven aan het parlement.
Daarnaast liet Hoefdraad weten, dat er intussen een nieuwe governor is bij de Centrale Bank en dat hij daardoor ruimte krijgt om orde op zaken te stellen en met informatie te komen. “Hem is gevraagd te komen tot volledige aanpak van de vraagstukken en afhankelijk van de informatie vanwege de governor, het parlement te informeren”, aldus citeerde parlementsvoorzitter Jennifer Geerlings-Simons uit de brief van Hoefdraad. Ten aanzien van de kasreserve heeft de minister een eerdere publicatie van de Centrale Bank meegestuurd, met cijfers over de overheidsfinanciën en statistieken. Over de aanpak en regelgeving, om te voorkomen dat het voorval zich weer voordoet, en om de positie van de moederbank te versterken, verklaarde de regering dat ze wat tijd nodig zal hebben om te overleggen met de governor over de nieuwe regelgeving. Aan het parlement is gevraagd zelf te komen met initiatieven voor wijziging van de bestaande regelgeving. Geerlings-Simons deelde daarnaast mee te wachten op antwoord van de governor op haar schrijven ten aanzien van een gesprek met het parlement.
Ingrid Karta-Bink (PL) zei dat er geen excuus gegeven moet worden, omdat toen de vragen gesteld werden er geen governor was. “Toen is er gevraagd naar de onderliggende stukken en wel aan de hand van de mededeling van minister Hoefdraad, dat 100 miljoen aan kasreservemiddelen is “gebruikt”. Die informatie willen we hebben”, zei Kar-ta-Bink. Zij wees de voorzitter ook erop, dat het parlement niet zou vergaderen als de stukken niet opgestuurd werden. Geerlings-Simons verduidelijkte dat zij vorige week geweigerd had te vergaderen, omdat de regering niets had opgestuurd. “Nu is er wel informatie, maar blijkbaar niet naar tevredenheid.”
Melvin Bouva (NDP) stelde voor, dat er een signaal gestuurd moet worden, dat het parlement niet ondergeschikt is aan geen enkel ander instituut. “Als we de informatie vragen moeten we die krijgen. Amzad Ab-doel (NDP) zei dat het schrijven van de minister de regering absoluut niet ontslaat van het afleggen van verantwoording. “Het parlement heeft duidelijke vragen gesteld, die beantwoord dienen te worden. Het parlement is niet ondergeschikt aan de procureur generaal. We moeten de informatie krijgen, ook al moeten we daarvoor in comité generaal gaan”, aldus Abdoel.
Het lid Edward Belfort (ABOP) gaf aan dat de minister probeert loopje te nemen met het parlement. Asiskoemar Gajadien (VHP) stelde dat de minister zich niet moet verschuilen achter verhoor, omdat hij intussen heeft afgemeld, dat hij naar het buitenland gaat. Krishna Mathoera (VHP) haalde aan dat Hoef-draad een maand geleden beloofd had, dat er een plan van aanpak zou ko-men, om de koers te beteugelen. “In de stukken is er geen plan van aanpak, alleen statistieken en een stuk over de Centrale Bank”. Zij stelde voor dat de voorzitter haar gezag gebruikt om de vergadering te schorsen en de regering aanspoort het parlement te laten informeren waarom het plan van aanpak, niet kan komen.
Carl Breeveld (DOE) was van mening dat de voorzitter van het parlement in verlegenheid wordt ge-bracht door de regering. “Wanneer de regering met ons moet communiceren over zo een belangrijke issue, dan vind ik niet dat het moet overkomen, alsof men ons wil troosten, terwijl de samenleving ermee worstelt. De manier waarop er wordt omgegaan met parlement, kan niet. Ik denk dat u ons moet beschermen en krachtiger verdedigen”, al-dus Breeveld. Hoewel be-paalde leden vonden dat er niet verder vergaderd moest worden, zei Geer-lings-Simons dat het werk voor de samenleving ge-daan moet worden en dat de wetten behandeld moeten worden, terwijl de regering tegelijkertijd op hun verantwoordelijkheid gewezen wordt. “We gaan niet steeds uitstellen, omdat de regering niet naar tevredenheid beantwoordt. Als de regering de gevraagde in-formatie niet geeft, zullen we blijven vragen”, zei Geerlings-Simons. De vergadering over de naturalisatie van enkele personen tot Surinamers, werd uiteindelijk na lang discussiëren voor de tweede keer verdaagd.