De Centrale Bank van Suriname (CBvS) heeft vorig jaar de lokale banken medegedeeld, dat de vreemde valuta kasreserve onder haar beheer gebracht moest worden. Volgens ex- governor Robert van Trikt, was dit essentieel voor een betere solvabiliteitspositie. Dit besluit creëerde al snel onrust in de samenleving, vanwege het feit, dat het vertrouwen in de financiële sector inmmiddels al geruime tijd was geschaad. Oud-Hakrinbank directeur tevens ex-voorzitter van de Bankiersvereniging, Jim Bousaid, gaf vorig jaar in het kader hiervan meerdere keren, zijn doortastende mening hierover. Bousaid stelde duidelijk, dat deze maatregel zeer gevaarlijk is voor de cliënten van de banken en zei dat de Centrale Bank van Suriname, allereerst de negatieve effecten van dit besluit in acht zouden moeten nemen. Hij gaf ook aan, dat het vertrouwen van het publiek in de financiële sector hierdoor ook kan worden aangetast, daarom moeten bankiers deze stap nauwkeurig overwegen in het belang van hun spaarders en beleggers.
‘’De bankiers moeten niet net als een mak lam naar de slachtbank gaan’’, zei de ex- Hakrinbank CEO in zijn gesprek met To the Point. Afgelopen week werd duidelijk, dat de waarschuwingen die Bousaid nog geen jaar geleden had geuit als donderslag bij heldere he-mel kwam voor de de Su-rinaamse Bankiersvereni-ging (SBV). De SBV maakte namelijk in een persbericht bekend, dat de CBvS gemaakte afspraken over het beheer van de vreemde valuta kasreservegelden niet is nagekomen. De aanwezige liquide internationale reserves, bleken USD 100 miljoen lager te zijn dan de bij de CBvS geplaatste kasreserve van de banken. De redactie van De West verneemt uit zeer betrouwbare bancaire kringen, dat er nu een bedrag van USD 250 miljoen is verdwenen bij de CBvS.
Om nauwkeurig te blijven gaat het om USD 100 miljoen kasreseve, USD 100 miljoen termijndeposito’s en USD 50 miljoen aan swaps en vrije deviezen. Toen de CBvS het kasreservebeleid wijzigde, heeft zij zich verscholen achter verschillende lezingen door te stellen destijds dat deze stap een vereiste is van het Interna-tionale Monetair Fonds, maar Bousaid zei nadrukkelijk, dat dit een leugen betrof. Bousaid: ‘’Vervol-gens geeft de governor aan dat de valuta kasreserve onder haar beheer de solvabiliteitspositie van het land, zal verbeteren. Solva-biliteit betekent het vermogen om op lange termijn aan schuldverplichtingen, te kunnen voldoen. Wat dus hiermee gezegd wordt, is dat de vreemde valuta die werd overgeheveld, een waarborg moesten vormen, om op lange termijn aan de schuldverplichtingen van Suriname te voldoen. Wat de Centrale Bank dus wil-de, is dat het geld, dat toen door lokale banken werd beheerd en bij buitenlands banken was gestald, werd overgemaakt naar de Cen-trale Bank, om zo onder het beheer te komen van de moederbank.”
Volgens Bousaid toentertijd beschikte de Centrale Bank niet over de expertise om de vreemde valuta kasreserve van de banken te be-leggen. Daarom had de Centrale Bank de Suri-naamse Bankiersvereni-ging gevraagd, namens de algemene banken zitting te nemen in het Strategic In-vestment Committee.
Dit orgaan had de taak om het investeringsbeleid te overzien en ook de monitoring van de bij de Centrale Bank aangehouden kasreservemiddelen.
Deze kasreserve bestaat uit valuta tegoeden van de samenleving, uw valuta en mijn valuta. “Mijn angst is dat dit geld zal worden ingezet om massief te interveniëren op de valutamarkt, om zo de wisselkoers omlaag te brengen tot aan de verkiezingen van 2020. Onze geschiedenis heeft ons geleerd dat als een wisselkoers onevenwichtig is, fundamentele onevenwichtigheden het gevolg daarvan zijn. We moeten hier denken aan grote begrotingstekorten met als gevolg monetaire financiering en dit resulteert in de stijgende wisselkoersen”, aldus Bousaid eind mei 2019.