Het grote nieuws over de olievondst voor de kust van Suriname, werd gisteren officieel meegedeeld aan de samenleving. Zowel Rudolf Elias, directeur van Staatsolie en minister Sergio Akiemboto van Natuurlijke Hulpbronnen, zijn van mening dat we het beste uit de olievondst moeten halen voor de ontwikkeling van het land. Elias zei in gesprek met de pers, dat na de ontdekking, het nog zeker vierenhalf tot zesenhalf jaar duurt voordat de eerste olie ontgonnen kan worden.
Voor Staatsolie komt de olievondst op het juiste moment, meent Elias. Staatsolie heeft zich vijf jaar voorbereid op de vondst. Volgens Elias is Staatsolie reeds begonnen met haar huiswerk. Zo is het bedrijfsleven gescreend om te kijken hoe ver ze zijn in de ontwikkeling van hun eigen bedrijf om mee te kunnen participeren in deze olievondst. Daarnaast moet de rivier uitgebaggerd worden om meer te kunnen doen met de olievondsten.
Akiemboto gaf aan, dat de vondst een nieuwe fase van ontwikkeling betekent voor Suriname. “We zullen meer aandacht van de wereld krijgen dan we eerder hebben gehad. We moeten nadenken over hoe we deze ontwikkeling positief zullen benutten voor de ontwikkeling van onze natie”, stelde hij.
Volgens de minister zal de olievondst onderdeel worden van het integraal beleid voor wat betreft de energiesector. Het is volgens de minister belangrijk voor de ontwikkeling van Suriname dat we optimaal kunnen voorzien in onze eigen behoefte. “We moeten een goede langetermijnplanning maken. We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. We kunnen kijken naar landen met olievoorraden en lering trekken om het beter te doen.” Het halen van de voordelen uit de vondst, vraagt volgens Akiemboto een nationale discussie en benadering. “We zijn nooit 100 procent voorbereid, maar we kunnen aangeven, dat we enige ervaring hebben. Staatsolie heeft de afgelopen 35-40 jaar op bescheiden schaal geparticipeerd in de ontwikkeling van de olie-industrie. Nu zijn we een stapje verder. Er is een offshore discovery gedaan, maar de kennis, knowhow en het kader dat is opgebouwd de afgelopen jaar, is aanwezig. We hebben natuurlijk niet alles in huis, maar wat ontbreekt aan deskundigheid, zullen we inhuren”, aldus de bewindsman.
De minister zei dat de regering bezig zal zijn zichzelf voor te bereiden. Er zal op de eerste plaats ervoor gezorgd worden dat er een goede basis en structuur komt. Er moet ook worden nagegaan wat er met de opbrengsten gedaan zal worden. Akiemboto zei dat de vondst te verwachten was vanwege de interpretatie van de geologische data die beschikbaar waren. ‘’Nu is het gebeurd. Hoeveel het is, moet verder vastgesteld worden. Ik denk niet dat het de laatste vondst zal zijn. Er zullen zeker andere volgen op basis van geologische data welke bekend zijn van Suriname als deel van het Suriname-Guyana basin”, aldus de bewindsman.
door Priscilla Kia