Over het wel of niet kandidaatstellen van Desire Bouterse voor een positie in DNA na zijn veroordeling bij de komende verkiezingen, zijn er verschillende discussies gaande. Strafadvocaat Irene Lalji zegt desgevraagd aan De West, dat Bouterse ondanks de veroordeling van de Krijgsraad, nog steeds de status van verdachte heeft en zich daarom gewoon kandidaat kan stellen voor DNA. Zij legt uit dat Bouterse bij het gerechtelijk vooronderzoek (gvo) van het OM de status van verdachte kreeg en toen ook als verdachte is gedagvaard. Zij geeft aan dat Bouterse de status van veroordeelde pas krijgt bij een onherroepelijk vonnis. Een vonnis is onherroepelijk wanneer er geen rechtsmiddelen meer hiertegen zijn. Bij het verstekvonnis van Bouterse heeft hij twee rechtsmiddelen ter beschikking namelijk verzet en hoger beroep.
Lalji zegt dat artikel 58 en 59 van de grondwet handelt over het actief- en passiefkiesrecht. Artikel 58a, b, c luidt als volgt:
Van de uitoefening van het kiesrecht zijn uitgesloten:
– Zij, die krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak kiesrecht missen;
– Zij, die rechtens van hun vrijheid zijn beroofd;
– Zij, die krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakkend van vermogens de beschikking of het beheer over hun goederen hebben verloren.
De strafadvocaat zegt dat er geen sprake is van een onherroepelijk vonnis, dat Bouterse niet gevangen is genomen (beroofd van zijn vrijheid) en ook niet onder curatele is gesteld door de Krijgsraad. Zij stelt dat artikel 58a vaak verkeerd wordt geïnterpreteerd. Volgens haar wordt met dit artikel bedoeld dat in een onherroepelijk vonnis, de rechter moet vaststellen dat een persoon niet mag meedoen aan de verkiezingen. Bij het kandidaatstellen van Bouterse voor het presidentschap zegt Lalji dat er dan gekeken moet worden naar artikel 92 van de grondwet, waarvan een van de voorwaarden is: geen handelingen hebben verricht strijdig met de Grondwet. De juriste is van mening dat het om een heel vage formulering gaat, waarmee alle kanten kan worden opgegaan. Volgens haar komt het dan weer neer op de redenering van de status van verdachte.
Lalji zegt dat het om een verstekzaak gaat, waarbij Bouterse inmiddels al verzet heeft aangetekend en binnen twee maanden door de Krijgsraad gedagvaard zal worden. “Als hij niet verschijnt dan wordt het verstekvonnis bekrachtigd en kan hij nog gebruik maken van het rechtsmiddel hoger beroep. Binnen 14 dagen zal hij hoger beroep moeten aanteken, anders wordt het vonnis onherroepelijk en krijgt hij de status van veroordeelde.
door Johannes Damodar Patak