Kunnen we in Suriname nog vertrouwen op onze rechterlijke macht?

De vaste lezers van mijn artikelen zullen zich wel afvragen, waarom ik als financieel deskundige deze vraag stel. Mijn antwoord hierop staat in elk geval vast.

Natuurlijk moeten wij vertrouwen hebben in onze rechterlijke macht! Maar denkt iedereen er zo over? Onze president is, vergeleken met vele burgers van Suriname, in een complex gerechtelijk proces verwikkeld. Een proces dat een vonnis velt over een zwarte bladzijde in onze geschiedenis. Het is heel begrijpelijk dat de president en velen in zijn aanhang, emotioneel op deze uitspraak reageren. Zeker als hij, zoals hij beweert, onschuldig is. Het lijkt alsof de president het oordeel van de rechter in deze zaak vreemd vindt, zijn vertrouwen in onze rechterlijke macht kwijt is en dit ook publiekelijk laat blijken.

Het hoeft geen betoog dat president Bouterse, duidelijk niet blij is met deze uitspraak. Maar wat betekent het als een president een rechterlijk vonnis als een politiek spel wegzet en zijn volgelingen bepaalde bespottelijke en zelfs bedreigende uitspraken doen richting de rechterlijke macht en andersdenkenden binnen de samenleving? Kan men als normale burger die voor een of ander delict wordt veroordeeld, dit dan ook weg zetten als een spel?

De houding van de president betekent een vrijbrief voor iedereen om het handelen van de president te volgen om soortgelijke uitspraken en de rechterlijke uitspraak naast zich neer te leggen, als men het niet eens is met een strafmaat.

Een ondernemer die wordt veroordeeld omdat hij zich niet aan alle regels heeft gehouden, kan gemakkelijk zeggen dat het een machtsspelletje is van zijn concurrent die vermeende vrienden heeft bij de rechterlijke macht. We kunnen dan altijd wel een stok vinden om een hond mee te slaan, als we het niet met een rechterlijke uitspraak eens zijn.

Juist een politicus, en zeker de president van de Republiek Suriname, zou zich niet van deze uitspraken moeten bedienen. Politici hebben een voorbeeldfunctie naar de jeugd en de gemeenschap toe en moeten zich te allen tijde hiervan bewust zijn. De zogeheten trias politica, de scheiding der machten, in de rechtsstaat Suriname, is juist ingesteld om de onafhankelijkheid van deze rechtsstaat te waarborgen.

Ook in Suriname is deze onafhankelijkheid het fundament voor het vertrouwen in de rechterlijke macht!

Deze uitspraken zijn daarom niet bevorderlijk voor de rust en vrede in Suriname en helemaal niet voor de ontwikkeling van het land. Het zou de president sieren als hij zijn vertrouwen uitspreekt in de rechterlijke macht.

De rechtsstaat biedt de president namelijk de kans op een hoger beroep om het proces onafhankelijk te toetsen. De president doet er goed aan om deze mogelijkheid te omarmen en een nieuw proces met vertrouwen tegemoet te zien, in plaats van gebruik te maken van zwakke argumenten zoals “een politiek proces”.

Ik hoop dat de president dit in het belang van de vrede in ons land alsnog zal doen en dat hij net als ik de vraag: ‘Kunnen we nog vertrouwen in onze rechterlijke macht?’, met een krachtig ‘Natuurlijk!’ zal  beantwoorden!

Peter M. Wolf

More
articles