Het Hof van Justitie buigt zich morgen over het verzoekschrift ingediend door Irvin Kanhai, raadsman van Desiré Bouterse, hoofdverdachte in het 8 Decemberstrafproces. Kanhai heeft het hof verzocht voor beëindiging van de strafzaak zonder enige straf of maatregel. De auditeur-militair heeft tegen Bouterse een gevangenisstraf van 20 jaar geëist in deze zaak. Kanhai heeft zijn vordering op 25 oktober ingediend.
Hugo Essed, advocaat van de nabestaanden, zegt desgevraagd, dat hij het verzoek van zijn collega geen kans van slagen geeft. Hij zegt dat Kanhai al eerder bij andere verdachten in het 8 Decemberstrafproces, dergelijke verzoeken heeft gedaan bij het hof, maar dat deze telkens zijn afgewezen.
In gesprek met Starnieuws zegt de raadsman, dat het op 29 oktober precies een jaar geleden was dat de verdachten in het 8 Decemberstrafproces het laatste woord mochten voeren. Hij stelt dat het onderzoek niet is afgesloten. De verwachting was dat er in augustus een uitspraak zou komen. Echter is dit niet gebeurd. Kanhai geeft aan dat in de periode van een jaar, er geen processuele handeling heeft plaatsgevonden, waardoor de verdachten in onzekerheid leven. Volgens de raadsman zegt de wet dat nadat de verdachten het laatste woord hebben gevoerd, het onderzoek binnen 21 dagen moet worden afgesloten en dat dit ook een universele norm is. Kanhai geeft aan dat het nooit eerder is voorgekomen dat er een jaar is gewacht op een uitspraak.
“Ik ben het met de raadsman van de hoofdverdachte eens, dat het allemaal een beetje te lang duurt, maar ik ben het niet eens dat het daarom beëindigd moet worden”, aldus Essed. Hij verklaart dat het 110 procent te wijten is aan Bouterse dat het 8 Decemberstrafproces zo lang heeft geduurd en dat hij daarom ook niet kan vinden dat het beëindigd wordt. Ten tweede zegt de raadsman van de nabestaanden, dat het om een lopende zaak gaat bij de Krijgsraad en dat er daarom geen bezwaren kan worden opgetekend. “Er moet rustig gewacht worden op het vonnis en daarna kan hij alle bezwaren in hoger beroep aan de orde stellen”, zegt Essed. Hij is van mening dat het nu echt tijd is voor een uitspraak. Essed vermoedt dat omdat het om een moeilijke en omvangrijke zaak gaat, het daarom zolang duurt.
door Johannes Damodar Patak