Hoe beter banken hun cliënten kennen, hoe beter zij die van dienst kunnen zijn. Daarom hebben banken over het algemeen een Know Your Client policy, oftewel KYC beleid. Dit betekent dat de banken met de informatie ingewonnen bij de klant, ook klantonderzoek kunnen doen om financiële criminaliteit te voorkomen. Hierdoor kunnen zij onderzoeken en vaststellen waar en met wie een klant zaken doet en waar het geld op de rekening van de klant, vandaan komt. Zo kunnen deze financiële instellingen bijvoorbeeld monitoren of bankrekeningen worden gebruikt voor financiële criminaliteit. We denken dan gelijk aan het witwassen van crimineel geld en de financiering van terrorisme. Wanneer de banken zich nauwkeurig houden aan de KYC policy, is het gebruikelijk dat zij ook de overheid kunnen helpen om financiële criminaliteit te bestrijden en voorkomen. In Nederland is de wetgeving al zodanig van toepassing, dat alle banken verplicht zijn om onderzoek te doen naar hun klanten. Dit is vastgelegd in de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme. Gezien de ontwikkelingen van de afgelopen tijd, is het dan niet vreemd, dat er ook wordt gekeken naar het KYC beleid van onze lokale banken en Keerpunt is van mening, dat de grote Surinaamse banken zich al geruime tijd wél degelijk houden aan het KYC beleid, maar gezien de recente gebeurtenissen met de verdachte status in de rechtszaak van de geldzending van 19.5 miljoen euro aan onze drie grootste banken, kunnen we gerust stellen, dat bepaalde cambio’s zich niet altijd houden aan de KYC policy. In dit geval spreken we dan van ‘Know your clients, client’. Hier moet de cambio informatie verzamelen van zijn cliënt. De cliënt moet zich hierbij identificeren en de herkomst van zijn inkomsten ook kunnen tonen. Indien dit niet wordt gedaan, kunnen we gerust stellen, dat deze cliënt zijn geld op een malafide manier ‘verdient’ en dat hij de cambio misbruikt om het wit te wassen. Wanneer er dit soort zaken zich afspelen, dan is het logisch dat de toezichthouder zijn rol vervult en ingrijpt, zodat de orde wordt gehandhaafd in de financiële sector. Maar wanneer de toezichthouder een houding aanneemt van ‘a no mi’, dan slaan we als natie voor de zoveelste keer de plank mis. Keerpunt is vooralsnog diep teleurgesteld, dat de toezichthouder zijn taken niet naar behoren uitvoert en liever zich verschuilt achter opgeworpen rookgordijnen.