“De visserijsector is door de jaren heen uitgegroeid tot een van de grootste industrieën in ons land. We exporteren per jaar zeker 47 miljoen kilo aan vis en visproducten op jaarbasis”, zei Mark Lall, secretaris van het Visserscollectief, gisteren tijdens de herdenking van Wereldvoedseldag op het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij. In het kader van deze dag werd op het ministerie een lezing gehouden met als thema: Productiviteit en voedselveiligheid.
Volgens Lall is Suriname een heel gezegend land, omdat er een overvloed is aan natuurlijke hulpbronnen. “We kunnen de voedselzekerheid van de lokale bevolking garanderen”, stelde Lall. Hij haalde aan, dat de visserij een van de oudste middelen van bestaan is in Suriname. “Zelfs toen wisten de eerste bewoners van Suriname dat dit middel van bestaan in het belang was van voedselzekerheid.
Tegenwoordig is de visserij, die werd gezien als de eerste levensbehoefte, uitgegroeid tot een van de grootste industrieën in ons land. Het is zelfs een bron van inkomsten geworden voor ongeveer 6500 gezinnen. Ik heb uit een rapport van de Food and Agriculture Organization kunnen halen, dat wij zeker een bedrag van 100 miljoen US-dollar verdienen binnen de sector.” Volgens Lall tonen deze cijfers duidelijk aan, dat Suriname een voedselschuur is voor de internationale gemeenschap.
Suriname zit niet zonder afzetmarkt, want de vraag naar vis op de wereldmarkt blijft toenemen, terwijl het aanbod daalt. De grote vraag werkt volgens Lall overbevissing in de hand. Volgens hem moeten er maatregelen getroffen worden om de overbevissing, die in de afgelopen periode sterk is gestegen, aan te pakken. “Als wij niet goed managen, zitten wij straks met uitgeputte resources. Wij als Surinamers zullen daar zelf niet meer van kunnen gaan genieten“, waarschuwt Lall. “We zullen meer moeten doen aan ordening en regelgeving. Maar we zullen het hardst moeten werken aan de implementatie hiervan”, aldus de secretaris.
-door Yves Kloppenburg-