In Cuba was na de val van de Sovjet-Unie – en het einde van de genereuze subsidies – brandstof zo schaars, dat veel mensen stopten met autorijden en de regering duizenden Chinese fietsen importeerde. De crisis sijpelde door tot bijna elk aspect van het leven, met black-outs, voedseltekorten en zelfs een vitaminegebrek waarvan werd gedacht dat het de oorzaak was van een mysterieuze neurologische aandoening die meer dan 50.000 mensen trof. In 1991 begon een tijdperk van ontberingen en ernstige rantsoenen, dat bekend staat als de ‘Special period’. Aan het einde van het decennium kwam het grotendeels tot een einde, omdat het olierijke Venezuela en zijn linkse leiderschap Cuba te hulp kwamen. Die levenslijn is de afgelopen jaren ernstig bekneld geraakt doordat Venezuela in een economische en politieke crisis verkeert, waardoor veel Cubanen zich afvroegen of de donkere dagen van de jaren negentig zouden terugkeren.
“Ik moest deze week bijna anderhalf uur wachten om een taxi te nemen”, zei Camilo Condis, een pleitbezorger voor kleine bedrijven. “Er zijn veel problemen rondom brandstof. We weten niet wat er gaat gebeuren.’’
“We zijn echt getroffen – van studenten tot werknemers die afhankelijk zijn van transport”, zei de inwoner van Havana. “Sommige universiteiten bieden nu slechts twee tot drie dagen per week lessen aan.”
Nu de brandstofleveringen slinken, zijn lange rijen bij de benzinestations een feit. De afgelopen dagen zijn ook bepaalde busroutes opgeschort om diesel te besparen.
De Cubaanse president Miguel Diaz-Canel, verscheen vorige maand op de staatstelevisie om bezuinigingen en energiebesparende maatregelen aan te kondigen in het kader van wat hij “tijdelijke” tekorten noemde.
Mijnbouwactiviteiten en andere projecten die grote hoeveelheden energie verbruiken, zijn tijdelijk stopgezet. Werkuren zijn aangepast om de behoefte aan airconditioning en verlichting te verminderen. Meer mensen mogen vanuit huis werken.
Diaz-Canel zei dat “constante onderhandelingen” met niet nader genoemde entiteiten om de brandstofvoorziening te stimuleren, vorige maand mislukten. Hij zei dat de binnenlandse olieproductie ongeveer 40 procent van de energiebehoeften van het land dekt – genoeg om het licht aan te houden.
Historisch gezien is de rest gekomen via een ruilregeling waarbij Cuba, artsen, leraren en militaire adviseurs naar Venezuela stuurt in ruil voor olie. ‘’Maar de dagelijkse olietransporten zijn ruwweg gehalveerd toen de Venezolaanse economie is ingestort’’, zei Jorge Piñón, directeur van het Latijns-Amerikaanse energieprogramma aan de University of Texas in Austin.
Een olietanker arriveerde op 14 september in Cuba. Diaz-Canel zei dat de leveringen in oktober ‘’gegarandeerd’’ waren. Hij beloofde dat als black-outs nodig zouden zijn, ze niet van de “intensiteit” van de jaren 1990 zouden zijn. “We zitten niet in een Special period’’, zei de president. Hij zei dat de brandstoftekorten het gevolg waren van de sancties die de Trump-regering dit jaar had opgelegd om Cuba onder druk te zetten zijn steun aan Venezuela terug te trekken.
Sommige bedrijven hebben besloten te stoppen met het vervoeren van Venezolaanse olie naar het eiland in plaats van het bevriezen van activa onder Amerikaans rechtsgebied. De sancties volgen op een reeks Amerikaanse maatregelen die Obama had ingevoerd om de betrekkingen tussen de twee landen te verbeteren. “Cubanen waren te optimistisch tijdens de regering van Obama”, zei Zoila Aviles, een freelance gids. “Nu met Trump, zijn mensen verdrietig.”
Er zijn nog vele andere redenen waarom de Cubaanse economie in moeilijkheden verkeert. De suikeroogst van afgelopen jaar was teleurstellend, de prijzen voor Cubaanse nikkel- en kobaltuitvoer waren laag en eind vorig jaar verloor Cuba een belangrijke bron van inkomsten toen het meer dan 8.000 artsen en ander medisch personeel uit Brazilië terughaalde, nadat de Braziliaanse president Jair Bolsonaro, kritiek had geuit op Cuba. Bolsonaro had gezegd dat het oneerlijk is dat de Cubaanse regering het grootste deel van de salarissen houdt van de gezondheidswerkers die ze wereldwijd uitzendt.
“Dit is de slechtste economische situatie voor Cuba sinds de jaren 1990”, zei Carmelo Mesa-Lago, emeritus econoom en professor aan de University of Pittsburgh, onlangs in Miami op een conferentie over de Cubaanse economie. Toch verwachten economen niet dat Cuba te maken krijgt met een ‘Special period’, omdat de particuliere sector in Cuba zich steeds verder uitbreidt. Thans zijn er in Cuba ongeveer 600.000 zelfstandige werknemers. Ook is er sprake van een enorme groei van de toeristische sector. Diaz-Canel zei dat Cuba nog steeds hoopt op enige economische groei in 2019. Eerder dit jaar stelde Cuba een groeidoelstelling van 1,5 procent.
Niet lang terug kondigde de regering een strategie aan die de export en voedselproductie moet stimuleren, de nadruk moet leggen op substitutie van import en proberen de staatsbedrijven efficiënter te maken. Om een deel van de pijn te verzachten, heeft de Cubaanse regering ook de openbare lonen en pensioenen voor meer dan 2 miljoen mensen verhoogd, waarvan de regering zei dat ze – althans gedeeltelijk – zullen worden gefinancierd door bezuinigingen die ze niet heeft gespecificeerd. Het gemiddelde maandsalaris ging naar 1.067 peso, ongeveer US-dollar 40 per maand. Onderwijs, medische zorg zijn gratis en dagelijkse levensmiddelen worden gesubsidieerd.
De overheid heeft ook prijscontroles opgelegd die bepaalde prijsstijgingen beperken. Maar Richard Feinberg, een econoom bij UC San Diego, zei dat tenzij Cuba erin slaagt om een daling van de productie van voedsel en consumentenproducten om te keren, de prijzen waarschijnlijk toch zullen stijgen naarmate meer goederen de zwarte markt binnenkomen. Maar Cubanen zijn volgens hem veerkrachtig. ‘’Ze zijn gewend om alles te doen wat nodig is om in moeilijke tijden te overleven, of het nu om twee of drie banen gaat. Ook reizen ze naar Mexico of Panama om airconditioners, elektrische scooters en andere veelgevraagde artikelen te kopen om door te verkopen in Cuba.’’
Emilio Garcia, een grafisch ontwerper, zei dat hij de economische vertraging voelt. Hij sloot onlangs zijn nevenactiviteit van het verzorgen van kunstgerelateerde wandeltochten vanwege een tekort aan toeristen. Toch blijft hij optimistisch en zegt goede hoop te hebben dat het in de toekomst beter zal gaan.