De knipmessen van de regering hebben zoals verwacht in De Nationale Assemblee, braaf gestemd in de Alcoa-kwestie en hebben de ongewijzigde transactieovereenkomst met een voldoende meerderheid aangenomen.
De Alcoa zal de stuwdam as (it) is, overdragen aan Suriname met alle risico’s voor dit land van dien en verder zal de switch yard ook in handen komen van ons land, maar het beheer blijft voorlopig naar verluidt, nog wel onder de paraplu van de multinational. De oppositie in dit land heeft helemaal geen vrede met de beslissing van de meerderheid in het parlement, maar heeft zich erbij neer te leggen. We hebben nu eenmaal te maken met een dictatuur van de meerderheid in het wetgevend orgaan, dat wordt geordonneerd door de uitvoerende macht onder leiding en in opdracht van niemand anders dan Desi Bouterse.
Opvallend hoe deze eerste burger meerdere handelingen pleegt die zuiver in het voordeel van het Amerikaanse belang uitvallen. De SLM en de aanschaf van een lease Boeing is daar naar de mening van vele SLM’ers, een groot voorbeeld van. Maar zonder al te ver af te dwalen, gaan we verder over de overeenkomsten die gesloten zijn met Alcoa en die naar de mening van velen, niet in het voordeel van Suriname zijn afgesloten. Alcoa heeft zich wel gecommitteerd om de schade die is ontstaan tijdens haar decennialange werkzaamheden in ons land te herstellen en personen die benadeeld zouden zijn, te vergoeden.
Plekken waar er gevaarlijke en giftige stoffen zouden zijn gedumpt of eventueel onveilig opgeslagen, moeten worden opgeschoond. Er zullen en moeten dus maatregelen worden getroffen dat het milieu geen verdere schade daarvan ondervindt. Ook de uitgemijnde bauxietmijngebieden dienen een zogeheten rehabilitatie te ondergaan. Het is te hopen dat de Amerikaanse onderneming woord houdt en zaken volgens de gangbare normen in de Verenigde Staten, rehabiliteert. De Surinaamse overheid heeft wel de taak om te controleren of alles conform de gemaakte afspraken wordt uitgevoerd en Suriname niet wederom ook hier een beentje wordt gelicht.
Veel zaken moeten nog totaal worden uitgewerkt en uitgevoerd en daar gaat nog zeker een hele lange tijd overheen. Overigens is het nog steeds niet duidelijk of de Alcoa helemaal en voor altijd, de deur voor Suriname heeft dichtgetrokken. Volgens ingewijden is dat zeker niet het geval, gezien de vele bezittingen in vastgoed die deze maatschappij nog hier bezit en tot nog toe geen aanstalten heeft gemaakt ze te vervreemden.
In het komende jaar zullen we wellicht zien wat voor bedoelingen het bedrijf uit het Amerikaanse Pittsburgh nog voor ons in petto heeft.
Maar Suralco zal zich vermoedelijk wel aan haar beloften houden als het om de milieuaspecten gaat, maar wat doet Suriname eigenlijk wanneer het om zijn eigen milieuproblematiek gaat. We denken daarbij aan de enorme verontreinigingen in ons binnenland en dan hebben we het over de kwikvervuiling binnen de ‘kleinschalige’ goudwinning. We blazen wel hoog van de toren wanneer het om de vermeende verontreinigingen in het milieu van de Alcoa gaat, maar treffen zelf totaal geen maatregelen om ons bijvoorbeeld te houden aan het Minamata-verdrag dat in Japan werd ondertekend en waar wij ons als land aan hebben gecommitteerd en dat alles van doen heeft met het tegengaan van de kwikverontreiniging waar wij in hoge mate mee te maken hebben in ons achterland.
Wij committeren ons dan wel aan het verdrag, maar doen geen moer aan zijn naleving, laat staan aan de controle. Erger nog, wij schenden het verdrag op een vreselijke wijze door niet alleen de lucht met kwik te vervuilen, maar staan ook toe en bemoedigen zelfs het dumpen van kwik in rivieren, kanalen en kreken. Kortom, in al onze kreken en kanalen in het binnenland waar erop ‘kleinere’ schaal goud wordt gewonnen, vindt de beschadiging van fauna en flora plaats. In het Stuwmeer gaan de aan regeringsbonzen behorende skalians tekeer en worden door militairen be-waakt.
Deze militairen krijgen een suppletie op hun salaris van de maffioso figuren die aan de top van de regering zijn gelieerd.
Ook daar wordt de zaak vergiftigd door de kwiklozingen bij de goudwinning. In de Marowijnerivier heb-ben we dezelfde vervuiling die de Fransen, die ook ge-bruikmaken van de ge-meenschappelijke rivier, een doorn in het oog is. Maar daar kijkt deze regering uit pure hypocrisie en eigenbelang helemaal niet naar. A n’nyan musi meki doro en de topfiguren uit deze regering moeten rijk worden, al betekent het dat binnenlandbewoners vergiftigd geraken door de kwikvervuiling en hun kinderen geboren worden met tal van afwijkingen.
Jaren achtereen is er op verschillende momenten gesproken en geschreven over de onaanvaardbaarheid van de kwikvervuiling in het binnenland, maar de autoriteiten bleven oost-indisch doof als het om deze materie gaat. En zo blijven we onze eigen mensen en de fauna en flora in het achterland, vernietigen. We onderschrijven verdragen en geven vol trots aan dat wij als deel van de Verenigde Naties, ons netjes bij de overige VN-lidstaten aansluiten, maar wanneer het om het committeren en uitvoeren gaat van de gesloten verdragen, dan geven we niet thuis, omdat zulks in het nadeel is van een stel gangsters en profiteurs die hun eigenbelang ver boven het landsbelang stellen. Hopelijk komt er na 2020 een ander bewind dat zich minder dieftig zal opstellen en het belang van het gehele land en volk beter zal beheren.