De Wet Nationaal Woningbouwfonds en de Wet Nationaal Garantiefonds Huisvesting, zijn afgelopen dinsdag met algemene 39 stemmen in het parlement aangenomen. Zowel de oppositie als de coalitie heeft na kritische kanttekeningen, voor de wet gestemd. Amzad Abdoel (NDP), voorzitter van de commissie van rapporteurs, is blij met de aanname van de wetten en dat de fondsen bij wet zijn vastgelegd. De woningnood kan met het vastleggen van de fondsen bij wet, volgens Abdoel structureel worden aangepakt. ‘’Goede betaalbare huisvesting is geen doel, maar wordt gezien als een basisbehoefte van elke inwoner van een land”, sprak Abdoel.
Ondanks de vele inspanningen van de overheid en particulieren, is er nog steeds een tekort aan passende huisvesting. De grondwet schrijft voor dat er een huisvestingsplan moet zijn om het probleem structureel op te lossen. Abdoel deelde mee, dat Suriname dit plan reeds heeft opgesteld.
Ontwerpwetten zijn volgens hem een belangrijk onderdeel van het huisvestingsplan. Deze wetten moeten ervoor zorgen dat er structureel gewerkt wordt aan het huisvestings- en woningnoodprobleem.
Abdoel zei dat projecten als het Low Income Shelter Programme (LISP 1 en 2) en het Affordable Housing Project voor een korte duur zijn. “Voor deze projecten wordt er geld geleend en eenmalig geïnvesteerd. Nadat er succes is geboekt, blijft het daarbij. Maar bij het garantiefonds gaat het om mechanismen, als die in place zijn, zal het probleem van de woningnood structureel opgelost worden”, stelde Abdoel. Bij een beleidsmaatregel die niet bij wet geregeld is, is het niet duidelijk hoe de uitvoering is geregeld en als de maatregel een structureel karakter zal hebben. Een dergelijke maatregel kan volgens Abdoel dan ook abrupt worden stopgezet. Nu de fondsen bij wet zijn ingesteld, kan het niet zo zijn dat zij vandaag bestaan en morgen niet.
Mensen die moeilijk een lening kunnen krijgen bij een bank, omdat ze niet voldoen aan de voorwaarden, kunnen nu toch een lening afsluiten om een huis te bouwen/kopen, omdat het garantiefonds garant staat. Het gaat niet om mensen die geen geld hebben, maar om personen die voor zichzelf werken en geen werkgeversverklaring of uittreksel van de Kamer van Koophandel en Fabrieken kunnen overleggen aan de bank. De bank is dan niet zeker van de aflossing waardoor zij niet in aanmerking komen voor een lening. Deze garantie wordt via het garantiefonds wel geboden aan de bank.
door Priscilla Kia