Hofpresident wijst op malafide tussenpersonen

Suriname is vijf advocaten rijker. De waarnemend president van het Hof van Justitie, Iwan Rasoelbaks, heeft op een openbare zitting, mr. Andy Van Tholl, mr. Kamini Seopersad, mr. drs. Guno Castelen, mr. Eric Dennen en mr. Richard Tjon-A-Joe, beëdigd tot advocaten.
Rasoelbaks wees de nieuwbakken advocaten op de aanwezigheid van malafide personen in de samenleving. Hij legde uit dat het gaat om personen die zich voordoen als vriend/familie van een cliënt en zich aanmelden bij een advocaat voor gerechtelijke bijstand en na het tarief met de advocaat afgesproken te hebben, het dubbele tarief presenteren aan de familie. Hij voegde eraan toe, dat deze tussenpersonen er niet voor schromen om families voor te houden, dat zij recht-streeks contact hebben met de rechter en de officier van justitie. Hij deed een beroep op de Surinaamse Orde van Advocaten (SOvA) om aandacht hieraan te besteden, omdat de goede naam van justitiabelen op zo een manier te grabbel wordt gegooid.

Rasoelbaks adviseerde de advocaten om transparant en goed te communiceren met hun cliënten. “Houd uw cliënten op de hoogte over het verloop van hun zaak”, zei hij. Ook moet er zorgvuldig worden omgegaan met cliënten hun geld en ziet hij graag dat er hiervoor een derdenrekening wordt geopend. Al hoewel er geen regelgeving bestaat over hoe er moet worden omgegaan dossiers van cliënten, riep hij de advocaten op een goede administratie erop na te houden.
De deken van de Surinaamse Orde van Advocaten, Samantha Gadjradj, verwelkomde de advocaten binnen de advocatuur. Zij stond stil bij drie internationale begrippen, namelijk een eerlijk proces, vrijheid en onafhankelijkheid en het standpunt in relatie tot de eed of belofte. ‘’Een advocaat is net een tijger die waakt over de formele gang van zaken en is degene die zijn cliënt bijstaat met kennis van het recht in absolute vrijheid, onafhankelijkheid en geheimhouding.’’ Zij voegde eraan toe, dat een advocaat moet kunnen werken in een stelsel dat hem vrijheid en onafhankelijkheid schenkt en dat de advocaat zelf, er ook voor moet zorgen dat hij diezelfde vrijheid en onafhankelijkheid bewaart en bewaakt. “Een advocaat moet in staat zijn om iedere opdracht die hem in gemoede niet zint, te weigeren en iedere zaak die hij behandelt, neer te leggen als hij vindt dat hij dat moet doen”, aldus Gadjradj.

-door Johannes Damodar Patak-

More
articles