De Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens (IACHR) van de Organi-satie van Amerikaanse Staten (AOS), heeft de klacht van de nabestaanden van het 8 Decem-berstrafproces op 26 juni in behandeling genomen. De klacht werd in 2014 gedeponeerd bij de IACHR. De raadsman van de nabestaanden Gaetano Best, bevestigt dit tegenover De West. De OAS-commissie heeft de regering gevraagd om binnen 90 dagen te antwoorden op het klaagschrift van de nabestaanden. De nabestaanden vragen aan de IACHR om de Staat Suriname te veroordelen om de Amnestiewet 2012 in te trekken, de verdachten te berechten en te straffen en de nabestaanden te compenseren.
Best legt uit dat alvorens de commissie overgaat tot het behandelen van het verzoek van de nabestaanden, zij eerst ontvankelijk moeten worden verklaard. Na het antwoord van de Staat Suriname zal de commissie beslissen of de klacht van de nabestaanden wel of niet ontvankelijk is. De raadsman is blij dat de commissie heeft gereageerd op de klacht van de nabestaanden. ‘’Liever laat dan nooit’’, zegt hij. De klacht was in 2014 ingediend.
Indien de nabestaanden gelijk krijgen, dan zal het volgens hem handig zijn bij de uitvoering van eventuele vonnissen in het afgeronde 8 Decemberstrafproces in Suriname en zal er rekening gehouden moeten worden met de eisen van de nabestaanden. De raadsman weet niet hoe lang het proces bij de OAS zal duren. “Het hangt ook af van hoe snel de regering reageert”, zegt Best. De regering heeft tot uiterlijk 26 september 2019 de tijd om te reageren. De raadsman van de nabestaanden zegt dat de Staat Suriname zal moeten antwoorden, anders kan zij haar lidmaatschap bij de OAS evengoed opzeggen. Indien er toch gekozen wordt om niet te reageren, dan is de commissie volgens Best, genoodzaakt om zonder het antwoord van de staat, de zaak af te doen.
door Johannes Damodar Patak