Bezorgdheid over stijging zedendelicten

Volgens Abop-parlementariër Edward Belfort, hoef je de krant maar open te slaan of er staat een artikel in over een zedendelict. “Het is opvallend dat zedendelicten toenemen, maar er gebeurt niets, men zwijgt als het graf”, zegt Belfort.
Afgelopen week werd er ook tegen een agent aangifte gedaan van aanranding. De agent zou tijdens een verkeerscontrole, een vrouw betast hebben in haar voertuig. Belfort zegt niets van de korpschef of de minister van Justitie en Politie te vernemen. “Ze zouden zeker één keer per week moeten communiceren met de gemeenschap, nu zijn ze nergens te bespeuren”, aldus de parlementariër.
Belfort vindt dat de korpschef en de minister van Justitie en Politie er iets aan zouden moeten toen. “Je zou als minister tenminste moeten praten tot de gemeenschap en erop moeten wijzen wat de gevolgen kunnen zijn van het plegen van een dergelijk delict, maar dat gebeurt niet. Een ieder is er stil over”, haalt Belfort aan. Hij geeft aan dat deze acties het gevolg zijn van de financiële situatie in het land.

“Ik heb altijd aangegeven in het parlement dat een land met een enorm zwakke economische positie, een land is met een hoge criminaliteitspercentage, zie nu”, aldus Belfort. Volgens hem hebben ouders nu twee tot drie banen, waardoor ze minder controle hebben over hun kind. “Je laat je kinderen achter met iemand die je vertrouwt, want je moet uitkomen eind van de maand, deze gasten vergrijpen zich gewoon aan dat kind.”
Ook het probleem van de hangjongeren baart Belfort zorgen. Hij geeft aan dat dit komt doordat de jongeren geen ontspanningsmogelijkheden hebben. “Rijd als volwassen persoon eens een keer rond in de middag, dan zul je zelf zien dat je nergens hebt om te gaan, waar moeten onze jongeren dan naar toe?”, vraagt de parlementariër zich af. Volgens hem is het probleem van de hangjongeren meer te merken in de volksbuurten. ”Ik ben niet bang om te zeggen dat het de zwarten zijn die je op de hoeken ziet staan. Niet dat er geen andere bevolkingsgroepen in de buurten wonen, maar die hebben een andere opvoeding gehad”, zegt Belfort. ‘’Zelfs in de buurt waar het kantoor van de korpschef gehuisvest is, hangen heel wat jongeren, maar men doet alsof men ze niet ziet. Je bent toch korpschef, ga naar ze toe en zeg ze dat dit geen gezicht is”, aldus Belfort.

-door Yves Kloppenburg-

More
articles