We mogen niet langer de kop in het zand steken en doen alsof de internationale misdaad ons niet bij zijn activiteiten zal betrekken. Vanuit West-Europa en verschillende Zuid-Amerikaanse staten, wordt gebruik gemaakt van ons territoir en hier gevestigde misdadige elementen om drugs te verplaatsen naar verschillende eindbestemmingen. Door de enorme emigratie van landgenoten in de afgelopen decennia richting voornamelijk Nederland, zijn aldaar in het criminele circuit ook tal van verbindingen en samenwerkingen ontstaan die gerust als uiterst misdadig kunnen worden aangemerkt. Nederland vervult als doorvoerland naar de oostelijker gelegen Europese staten een voorname rol in de drugshandel. De grote Rotterdamse haven wordt dan ook niet in geringe mate misbruikt voor de doorvoer van verdovende middelen. Ook vormt de enorme vraag in Nederland en de rest van West-Europa naar met name cocaïne en andere soorten vedovende middelen, een grote drijfveer voor de grootschalige drugsdoorvoer. En bij deze activiteiten en de enorme verdiensten komt de zware criminaliteit gelijk in beeld. En deze criminaliteit is grensoverschrijdend. Tussen de Nederlanders met een Surinaamse achtergrond zijn er al geruime tijd elementen die ook deel zijn gaan uitmaken van deze grensoverschrijdende criminelen. En deze misdadigers hebben zich ook gevoegd bij de drugscriminelen met een Turkse, Marokaanse en Oost-Europese achtergrond. Het is de Nederlandse justitie en inlichtingendiensten dan ook opgevallen, dat er een verwevenheid is ontstaan tussen deze etnische entiteiten en dat bepaalde liquidaties zich ook tussen deze groepen voltrekken. Regelmatig worden er dan ook dodelijke afrekeningen in de grote Nederlandse steden gemeld. Maar juist omdat wij als transito drugsland bekend staan en erin de afgelopen jaren duizenden kilo’s cocaïne vanuit Suriname richting Nederland, België en Frankrijk zijn verscheept en ook deels gevat, is het niet vreemd dat de drugscriminaliteit hier ernstiger c.q. gewelddadiger vormen aanneemt. En juist omdat het voor de waarborging van de nationale veiligheid van heel groot belang is, dienen wij voorzorgsmaatregelen te nemen. De regering dient daarom veel meer aandacht te gaan besteden aan het verbeteren en versterking van de opsporing en vervolging. Er moet veel meer geld vrijgemaakt worden voor de politie en andere betrokken instanties bij de opsporing en vervolging. En waar men harder aan moet gaan werken, is het intensiveren van de samenwerking van de justitie met buitenlandse anti-narcotica-instituten en inlichtingendiensten. Ook de informatiestromen vanuit het buitenland moeten goed beoordeeld worden en naar de ernst aangepakt worden. Alleen door zeer goed en intensief samen te werken met externe politieorganisaties en inlichtingendiensten, kunnen wij voorkomen dat misdadigers hier binnen komen en halsdelicten plegen en door gebrek aan informatie ook ongestoord weer weg kunnen komen. Ook in de strijd tegen het internationale terrorisme met al zijn vertakkingen en financieel vermogen, dienen wij samen te werken. Blijven wij talmen en ervan uitgaan dat ons niets zal overkomen en dat drugsafrekeningen en terroristische aanslagen een ver-van-mijn- bed-show zijn, dan zullen wij op een ontwaken en met de vreselijkste taferelen geconfronteerd worden. We hopen dat na mei 2020 men de nationale veiligheid over een totaal andere boeg zal willen gooien, want tot nog toe heeft men dat op een zeer amateuristische wijze aangepakt en is het gewoon mogelijk dat personen in ons uitgaanscentrum worden geliquideerd door vermoedelijk ingehuurde killers.