Ontbossing in Suriname met 12% gestegen

De ontbossing is in 2018 in vergelijking met 2017 met 12 procent gestegen. Dit blijkt uit cijfers afkomstig van bijgewerkte gegevens van de University of Maryland, die afgelopen donderdag gepubliceerd zijn op Global Forest Watch en World Resource Institute. Suriname staat op de vijfde plaats op de lijst van tien landen waar ontbossing procentueel is gestegen. Op de eerste plaats staat Ghana met 60 procent, gevolgd door Papua New Guinea met 22 procent en op de derde plaats Angola met 21 procent. Op de lijst van de top 10 landen van ontbossing op basis van oppervlakte, staat Brazilië op de eerste plaats met 1.347.132 ha.
De tropen verloren 12 miljoen ha boombedekking in 2018, het op drie na hoogste jaarlijks verlies sinds de registratie in 2001. De grootste zorg is de verdwijning van 3,6 miljoen ha primair regenwoud, een gebied zo groot als België. Oude groei, of ‘primaire’ tropische regenwouden, zijn een cruciaal belangrijk bosecosysteem met bomen die honderden of zelfs duizenden jaren oud kunnen zijn. Ze slaan meer koolstof op dan andere bossen en zijn onvervangbaar als het gaat om het behoud van de biodiversiteit. Primaire regenwouden bieden leefgebieden voor dieren, variërend van orang-oetans en berggorilla’s tot jaguars en tijgers. Zodra deze bossen worden gekapt, keren ze mogelijk nooit meer terug naar hun oorspronkelijke staat. Voor de eerste keer kunnen nieuwe gegevens over de locatie van primaire oerwouden helpen om het verlies van deze belangrijke bossen te onderscheiden van ander verlies van boombedekking.
Uit de gegevens blijkt dat ondanks een toenemend aantal nul-ontbossingstoezeggingen van overheden en bedrijven, het primaire regenwoudverlies recordhoogtes bereikte in 2016 en 2017 als gevolg van bosbranden en in 2018 boven het historische niveau bleef.
In 2002 waren slechts twee landen – Brazilië en Indonesië – goed voor 71 procent van het tropisch primair bosverlies. Meer recente gegevens laten zien dat de grenzen van primair bosverlies beginnen te verschuiven. Brazilië en Indonesië namen slechts 46 procent van het primaire regenwoudverlies voor hun rekening in 2018, terwijl landen als Colombia, Ivoorkust, Ghana en de Democratische Republiek Congo, aanzienlijk hogere verliezen zagen. Het primaire bosverlies in Brazilië lag in 2018 lager dan in 2016-2017, maar nog steeds meer dan in 2007-2015, toen het ontbossingspercentage met 70 procent was gedaald. PRODES, het officiële Braziliaanse monitoringsysteem voor de Amazone, heeft sinds 2012 ook een opwaartse trend in ontbossing laten zien. Hoewel een deel van het verlies in 2018 kan worden toegeschreven aan vuur, lijkt het grootste deel het gevolg te zijn van een duidelijke versnippering in het Amazone gebied, waardoor de daling van ontbossing die het land in de vroege jaren 2000 bereikte, gevaar liep. Er zijn met name verschillende hotspots van primair bosverlies opgetreden in en rond de inheemse gebieden. Het Ituna Itata-reservaat zag bijvoorbeeld meer dan 4.000 ha illegale opruiming binnen zijn grenzen in de eerste helft van 2018, meer dan het dubbele van het totale verlies van 2002-2017. Het reservaat is de thuisbasis van enkele van ‘s werelds laatst overgebleven ongecontacteerde volkeren die afhankelijk zijn van het bos om te overleven en het eeuwenlang hebben geconserveerd. Het is nog te vroeg om te beoordelen hoe de verzwakking van milieuwetten en handhaving onder het nieuwe bestuur van Brazilië van invloed zal zijn op bosverlies. Het hoge percentage primair bosverlies in 2018 vond plaats voordat president Bolsonaro aantrad, hoewel er aanwijzingen zijn dat de ontbossingspercentages tijdens het verkiezingsseizoen sterk zijn. Voor meer duidelijkheid zal er gewacht moeten worden op de gegevens van volgend jaar.

Zuid-Amerika
Brazilië maakte in het begin van de jaren 2000 een afname van ontbossing door. Colombia, Bolivia en Peru, hebben sinds de eeuwwisseling stijgende percentages primair bosverlies, zij het door verschillende oorzaken. In Colombia steeg het primair bosverlies tussen 2017 en 2018 met 9 procent. Ironisch genoeg was dit verlies gerelateerd aan het vredesproces, zoals gebieden in de Amazone die voorheen werden bezet door de Armed Revolutionary Forces of Colombia (FARC) hebben zich opengesteld voor ontwikkeling. In het nationale park Tinigua vond op grote schaal boskap plaats, waarbij in 2018 ongeveer 12.000 ha bos verloren ging, 6 procent van het totale bosareaal. In Bolivia was het meeste bosverlies gerelateerd aan de conversie van bossen naar grootschalige landbouw en grasland, met name in de Chaco. Het bosverlies in Peru kwam over het algemeen door kleinschalige landbouw, inclusief de illegale productie van coca. Peru zag ook een wildgroei van houtkap in afgelegen gebieden van de Amazone in 2018, evenals de voortdurende houtkap voor illegale goudwinning in het zuiden van het land.

Zuid-Afrika
Ghana en Ivoorkust kenden tussen 2017 en 2018 de hoogste procentuele stijging van primair bosverlies (respectievelijk 60 procent en 26 procent). Illegale mijnbouw veroorzaakte in beide landen een deel van het verlies alsook de uitbreiding van de cacaoplantages. Ghana, Ivoorkust en toonaangevende cacao- en chocoladebedrijven, beloofden in 2017 een einde te maken aan de ontbossing in de toeleveringsketens voor cacao. Hoewel dit een veelbelovende eerste stap is, is de recente stijging van primair bosverlies, vooral in beschermde gebieden, waar 70 procent van het verlies plaatsvond, een verontrustend teken. De cacaosector heeft behoefte aan effectieve monitoring-systemen zoals Global Forest Watch Pro, die later dit jaar van start gaat, om bosverlies in de komende jaren te helpen verminderen. In de Democratische Republiek Congo lag in 2018 het primaire bosverlies 38 procent hoger dan in 2011-2017. Uitbreiding van kleinschalige boskap voor landbouw en brandhout heeft waarschijnlijk ongeveer drie kwart van dit verlies veroorzaakt. Sommige verliespatronen suggereren dat nieuwe, middelgrote landbouw en door conflicten veroorzaakte verplaatsing van de bevolking ook hieraan hebben bijgedragen. Uiteindelijk verloor Madagaskar 2 procent van zijn primaire regenwoud in 2018, een groter aandeel dan enig tropisch land. Hoewel het grootste deel van dit verlies werd veroorzaakt door slash en burn-agriculture, ging ook bos verloren als het gevolg van illegale mijnbouw voor saffieren in de buurt van het noordelijke deel van het beschermde gebied Corridor Zahamena Ankeniheny, evenals legale mijnbouw in het zuidelijke deel van de Corridor.
Honderden landen en bedrijven hebben zich eraan gecommitteerd de ontbossing tegen 2020 te verminderen of te elimineren. Sommige landen maken goede vorderingen bij het terugdringen van het verlies van oerbossen, maar veel andere landen zijn in de verkeerde richting gegaan. Vroege rapporten en het hoge percentage primair bosverlies in 2018 duiden erop dat landen niet op schema liggen om deze doelen te bereiken. Gezien de urgentie om een op hol geslagen klimaatverandering en onomkeerbaar biodiversiteitsverlies te voorkomen, moeten landen –en dus ook Suriname- ontbossing tegengaan – voordat het te laat is.

More
articles