In het afgelopen weekend is een man van zijn gouden sieraden beroofd en een familie op brute wijze overvallen in hun woning. In beide gevallen zijn de handelingen van de criminelen op beveiligingscamera’s vastgelegd. DOE-parlementariër Carl Breeveld, tevens lid van de vaste commissie van het ministerie van Justitie en Politie, zegt desgevraagd dat de middelen, waaronder voertuigen, ontbreken om de veiligheid van burgers te waarborgen.
Breeveld geeft aan dat hij recent zelf aangifte heeft gedaan van een inbraak in zijn auto. Op de politiepost waar hij de aangifte deed, zag hij met welke beperkte middelen de politie moet werken.
Breeveld noemt bijvoorbeeld een telefoon die niet verbonden is met de andere telefoons op het politiestation en computers die niet optimaal functioneren. ‘’Willen wij de veiligheid garanderen, dan behoren de middelen wel aanwezig te zijn.’’ Volgens hem moet er serieus worden gekeken naar het vraagstuk van veiligheid.
In het parlement wordt al jaren aandacht gevraagd voor dit probleem. Breeveld is van mening dat de regering ernstig in gebreke blijft om burgers zich veilig te laten voelen. Hij hoopt wel dat het Safe City project zal helpen om de criminaliteit in te dammen. Burgers voelen zich volgens hem onveilig en treffen daardoor steeds vaker zelf maatregelen om zichzelf en hun dierbaren te beschermen tegen criminelen. Een van de manieren is het aanschaffen van een gaspistool. Op sociale media worden die te koop aangeboden. Breeveld spreekt van een verontrustende situatie en vreest voor een wildwestsituatie. “Waar is het einde?”, vraagt de parlementariër zich af. Hij benadrukt dat de justitiële autoriteiten hun plaats en taken binnen de samenleving moeten behouden. De regering zal volgens Breeveld hard haar best moeten doen om de justitiële diensten te voorzien van middelen.