Het landelijke schoolvervoer van leerkrachten en leerlingen komt voor de zoveelste keer weer in het gedrang.
De dienstbaarheid van bushouders wordt deze dagen helemaal niet gewaardeerd. Zowel binnen het openbaar vervoer als het schoolvervoer en nationaal busvervoer, is dezelfde trend te zien. Het lijkt er steeds meer op dat de regering zich helemaal geen zorgen maakt over deze groep ondernemers en die gewoon overlaat aan hun lot. De regering schijnt er niet aan te denken dat wanneer de bushouders gedupeerd worden, een groot deel van de samenleving dat gebruikt maakt van dit vervoer, ook gedupeerd wordt.
Zowel de bus- als boothouders die belast zijn met het schoolvervoer, zien het niet meer zitten, omdat zij sinds mei 2016 met terugwerkende kracht uitbetaald moeten worden. Daarnaast hebben de bushouders over de maand oktober nog geen enkele vergoeding ontvangen. De groep bushouders die het schoolvervoer verzorgt, onderhoudt meer dan negenhonderd trajecten. Het is duidelijk dat honderden gezinnen in de problemen komen door de late uitbetalingen van de regering. De regering heeft duidelijke afspraken gemaakt met de busorganisaties, maar komt die niet na. De bushouders zijn het zo langzamerhand beu om de regering steeds te verzekeren om haar betalingsverplichtingen na te komen.
Als de regering deze sectoren niet kan onderhouden, dan moet zij ervoor zorgen dat ze tot private sectoren gemaakt worden, waarbij de overheid geen bemoeienis meer heeft. Hierdoor zullen de bushouders in staat zijn hun eigen tarief vast te stellen, wat zal maken dat zij niet lang hoeven te wachten op de uitbetalingen om te kunnen voorzien in hun huishoudens. Echter is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan, want als dat gebeurt, zal het volk meer moeten betalen, dit zullen zij zien als de schuld van de regering wat haar duur zal komen te staan bij de eerstvolgende verkiezingen.