Vandaag op Wereld Persvrijheid Dag, wordt er stil gestaan bij de positie van journalisten wereldwijd. Volgens Carla Boetius, voorzitter van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ), zijn Surinaamse journalisten voor een groot deel vrij in het doen van hun werk. Echter is Boetius niet tevreden met de wijze waarop de Surinaamse journalistiek zich momenteel profileert.
Persvrijheid is een tweesnijdend zwaard. Enerzijds moet een journalist vrij zijn in het halen van informatie en anderzijds vrij zijn in het verspreiden daarvan zonder enige vorm van beknotting door de overheid of zelfs de directie. Terwijl journalisten in andere landen bedreigd of vermoord worden, is dat niet het geval in Suriname. Aan de hand van de verschillende columns en artikelen in de media, merkt Boetius op dat journalisten in Suriname vrij kritisch kunnen zijn richting de regering, bedrijven en organisaties. Toch is de SVJ-voorzitter niet helemaal tevreden. Journalisten moeten volgens haar meer onderzoek doen en dieper in de materie gaan.
Ook moeten journalisten vooral het hoor- en wederhoor principe toepassen.
Er wordt volgens Boetius niet in de juiste mate onderzoek verricht door journalisten. Dit is de reden dat de SVJ een project heeft geschreven voor een training in onderzoeksjournalistiek. Behalve dat de journalist een bepaalde methode moet gebruiken bij het doen van een onderzoek, moet hij ook weten op welke manier hij aan de informatie moet komen. De SVJ-voorzitter ziet graag dat de Surinaamse journalistiek een grote doorbraak maakt. Zij is niet tevreden met de waardering van journalisten, omdat het gevaar dreigt dat journalisten omgekocht of weggekocht kunnen worden als zij niet goed betaald worden. “Wat de afgelopen jaren zich heeft voorgedaan, is dat journalisten weggekocht worden als de overheid een beter salaris biedt met goede sociale voorzieningen”, zegt Boetius. Zij pleit voor een betere waardering van journalisten zowel op financieel-economisch als op sociaal gebied. Ook de onderbemensing op de verschillende redacties, moet volgens Boetius weggewerkt worden. “Als er voldoende journalisten aanwezig zijn, kunnen zij zich volledig storten op hun items en krijgen zij de kans om gebalanceerd te werken”, aldus de SVJ-voorzitter.
Volgens het International Press Institute (IPI) zijn in het afgelopen jaar wereldwijd 88 journalisten vermoord, waaronder 6 vrouwen. De meesten zijn vermoord vanwege het onderzoeken en rapporteren van corruptiegevallen. Latijns-Amerika is naar voren gekomen als een van de grootste moordgebieden, waar journalisten die schrijven over de drugshandel en politieke corruptie, bijzonder kwetsbaar zijn. In Suriname zijn in het verleden ook journalisten vermoord, weliswaar niet voor onderzoek corruptiegevallen of drugshandel. Op de onlangs uitgekomen internationale persvrijheidsindex is Suriname met één plek is gedaald naar de 21ste plaats.
“De moord op een journalist blijft de meest brutale en effectieve manier om het nieuws het zwijgen op te leggen”, zei IPI-directeur Barbara Trionfi vandaag ter gelegenheid van World Press Freedom Day 2018. “Mensen hebben het recht om te weten wat er rondom hen en journalisten gebeurt, of het nu om corruptie gaat of om rapportage vanuit conflictgebieden.” Het thema voor dit jaar is: ‘Keeping Power in Check: Media, Justice and The Rule of Law’.
-door Priscilla Kia-