‘Suriname moet niet rekenen op olie-industrie’

Beth Mitchell, een onafhankelijke adviseur binnen de olie-industrie, geeft in de Banquet Hall van Torarica, een uiteenzetting over de mogelijkheden van een grote olievondst voor de kust in de bankethal van Torarica. (foto: Johan de Randamie)

 

Tijdens het National Seminar for Suriname, vandaag in de Banquet Hall van Torarica, heeft Beth Mitchell een onafhankelijke adviseur binnen de olie-industrie, Suriname geadviseerd om niet te rekenen op de olie- industrie, maar om juist onze economie te diversifiëren. Zij legde uit dat Suriname bij de vondst van olie voor de kust, wel geld kan gaan verdienen, maar dat dit geld dan weer geïnvesteerd wordt in andere sectoren. Mitchell zei dat de olieprijs sinds 1970 aan het dalen is. Ook moet er volgens haar rekening gehouden worden met de nieuwe ontwikkelingen in de wereld, zoals renewable energy, elektrische auto’s en efficiëntere auto’s. Zij merkte op dat het de transportsector is die het meest gebruikt maakt van olie. Voor Suriname ziet ze in ieder geval potentie bij een eventuele olievondst.

Mitchell zei dat het belangrijk is dat Suriname de huidige olie-industrie gaat bestuderen en de veranderingen die hierin optreden. Ook moet er volgens haar rekening gehouden worden met de klimaatsverandering en het klimaatakkoord dat in het kader daarvan in Parijs door 195 landen is getekend. Hoewel de Verenigde Staten zich hebben teruggetrokken uit het akkoord, staat het akkoord volgens haar nog recht overeind. Mitchell zei dat met dit akkoord, veel meer landen over zullen gaan tot groene energie.
Zij stond ook stil bij het besluit van de Opec-landen om minder olie te produceren en legde uit dat dit weinig effect zal hebben op de prijs van olie, omdat de positie van de Opec-landen is terug gevallen. Vroeger had de Opec tweederde van de productie van olie in handen, maar nu dat een derde. Mitchell benadrukte dat de vraag naar olie er wel is, maar dat het aanbod de vraag overmeestert. Zij hield de aanwezigen voor dat de olieprijzen nog aan de lage kant zullen blijven.
Daarom is het volgens Mitchell belangrijk dat de productiekosten van olie vanaf het begin zo laag mogelijk worden gehouden, zodat bij een eventuele daling van de prijs er geen noemenswaardig verlies is en bij een prijsverhoging zal een olie producerend land zijn verdiende geld moeten investeren in andere sectoren. John McKenna van Tullow Oil die sinds kort permanent woont in Suriname, ging meer in op de looptijd voor het opzetten van een offshore olieproject. Door middel van voorbeelden uit Ghana, gaf hij een uiteenzetting hoe dit kan plaatsvinden en wat er allemaal gedaan moet worden. Zo gaf hij aan dat het in sommige landen de looptijd drie jaar is en in andere zeven.
De New Petroleum Producers Discussions Group is een project van het in London gevestigde Chatham House, The Royal Institute of International Affairs. Het project is een samenwerking tussen opkomende olie- en gasproducenten gericht op capaciteitsversterking en behoorlijk bestuur. Staatsolie is van het jaar gastheer van de jaarvergadering. Het National Seminar for Suriname is hieruit voortgevloeid. Het doel van het seminar is om de belangrijkste stakeholders, zowel de overheid als de niet gouvernementele organisaties, bewust te maken van de beleidsprioriteiten en valkuilen waarmee rekening moet worden gehouden na de ontdekking van grote olievoorraden. Door de dag heen worden verschillende onderwerpen door verschillende sprekers op basis van hun eigen ervaring binnen de olie- en gasindustrie behandeld, waarna er ruimte is voor een discussieronde.

 

door Johannes Damodar Patak

More
articles