Breeveld schaamt zich voor niet uitbetalen sociale bijstand

DOE-parlementariër Carl Breeveld schaamt zich als Surinamer dat de overheid niet in staat is de sociale bijstand aan burgers niet of niet op tijd uit te betalen. In een open brief aan president Desiré Bouterse onder de titel: ‘Tot nader order’, steekt de volksvertegenwoordiger zijn misnoegen niet onder stoelen of banken.

Breeveld: ‘De afgelopen periode ben ik herhaaldelijk geconfronteerd met het niet of niet op tijd uitbetalen van de sociale bijstand aan burgers. De klachten bereiken niet slechts mij, maar vrijwel alle leden van De Nationale Assemblee (DNA). Als het niet het gehele Para district is, komen de klachten vanuit Commewijne of andere districten, seniorenburgers of personen die leven met een beperking. De sociale instellingen die ouderen, kinderen en mensen met een beperking huisvesten, zijn te vaak ook de dupe van het niet nakomen van gemaakte (financiële) afspraken met de overheid.

Suriname is partij bij verdragen die benadrukken dat overheden in hun beleid prioriteit zullen geven aan groepen uit de samenleving die sociale ondersteuning nodig hebben. Daarnaast heeft u, bij herhaling aangegeven dat in uw beleid de mens centraal staat. Ik ga er niet vanuit dat u daarmee een geselecteerd groepje mensen zou bedoelen, maar dat het hier gaat om alle mensen die deel uitmaken van onze gemeenschap. Het zou te ver voeren om hier meerdere van uw uitspraken, betrekking hebbend op zorg en aandacht voor eerder genoemde groepen, en vervat in Ontwikkelingsplan, Jaarredes en tijdens andere podiummomenten, hier aan te halen. Hetgeen ik hier aan de orde stel, is namelijk geen onbekend of onduidelijk verhaal.

Dat er bij herhaling laat of soms niet eens wordt uitbetaald, is onacceptabel. Erger is het wanneer er niet gecommuniceerd wordt met de doelgroepen waarom dat niet gebeurt. Waarom komt er pas nadat het aan de orde wordt gesteld in DNA, een vaak onbevredigend antwoord? Zelfs op persberichten in dit kader komt er geen reactie. Dat is onbehoorlijk bestuur.

Burgers kunnen toch geen kosten maken om bijvoorbeeld vanuit de rechteroever van de Commewijnerivier naar een kantoor te gaan en onverrichter zaken naar huis terugkeren? Hetzelfde geldt voor personen met een beperking die soms volledig afhankelijk zijn van de uitkering. De mensen worden in de steek gelaten. Als dan de minister van Financiën op vragen, door mij over deze problemen gesteld, antwoordt dat het hem heel erg spijt, maar dat de bureaucratie de oorzaak hiervan is, dan schaam ik mij voor het niveau waarop beleid gemaakt wordt. Hoe is het mogelijk dat deze constatering, die mijns inziens een plat gereden pad is, na zoveel jaren, zoveel mislukkingen, nog steeds niet leidt tot daadwerkelijke oplossingen.

Wanneer ministers moeten reizen, er feest gevierd moet worden bij de onafhankelijkheid, middelen gealloceerd moeten worden voor presidentiële en ministeriële relatiegeschenken, dan is dat wel in een wip en een zucht geregeld. De bureaucratie werkt dan uiterst efficiënt en effectief.

President, ik schaam mij als Srananman, wanneer we niet in staat zijn om simpele dingen als uitbetaling van sociale uitkeringen, waarbij het soms gaat om kleine bedragen van een paar tientjes tot SRD. 325,- te voldoen. Een zichzelf respecterende overheid begint bij uitbetalingen eerst de nood van de meest kwetsbaren in de samenleving aan te pakken. Dan is er sprake van begrip en aanwezigheid van inlevingsvermogen in de situatie van genoemde groepen.

Met een beetje fatsoen begrijpt u dat het niet kan om over leningen van US-dollar 235,- miljoen te praten, terwijl niet eens de kleine bedragen, zoals eerder genoemd, niet kunnen worden voldaan. De minister van Financiën heb ik reeds gehoord in het parlement, maar u, als eindverantwoordelijke voor het beleid dat wordt uitgevoerd, dient nu duidelijk orde op zaken te stellen. De foto bij deze open brief spreekt boekdelen en moet u als regering tot zelfonderzoek en verbeterd handelen stimuleren. Beeldt u zich de vele teleurgestelde gezichten in, die na een tocht naar het betreffende kantoor, dit moeten lezen. Bellen naar de betreffende kantoren mogen deze burgers achterwege laten, want opnemen en betrokkenen correct te woord staan, wordt kennelijk angstvallig vermeden”.

More
articles