Monetaire reserve licht toegenomen

De monetaire reserve van Suriname is per 31 oktober 2016, na drie achtereenvolgende dalingen, gestegen ten opzichte van een maand eerder. Uit de meest recente statistieken van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) blijkt dat de monetaire reserve in oktober met USD 21 miljoen is gestegen van USD 350 miljoen naar USD 371 miljoen. Dit is een stijging van 6% ten opzichte van september.

De USD 371 miljoen aan huidige monetaire reserves is, zoals blijkt uit de CBvS statistieken, opgebouwd uit: USD 297 miljoen foreign currency reserves (deviezenreserve), USD 38 miljoen aan Special Drawing Rights (bijzondere trekkingsrechten bij het IMF), USD 13 miljoen voor de IMF-reserve positie en USD 23 miljoen goud (including gold deposits and, if appropriate, gold swapped).

De significante stijging van onze monetaire reserve is volledig toe te schrijven aan een toename van de deviezenreserve van USD 274 miljoen naar USD 297 miljoen. De overige componenten van de internationale reserve zijn licht gedaald, met de daling van (de waarde van) de goudreserve.

De waarde van de goudreserve is namelijk gedaald met USD 1 miljoen, terwijl het volume van 18.000 of fine troy ounces ongewijzigd is gebleven. Deze daling is dus te wijten aan een daling van de internationale goudprijs. De instabiliteit van de internationale goudprijs wordt hiermee opnieuw aangetoond. Daarmee kan ook meteen de vraag worden gesteld, in hoeverre het terecht is dat de regering zich rijk rekent met de toekomstige inkomsten uit de Newmont Merian goudmijn.

Tijdens haar meest recente missie heeft het IMF, tijdens een onderhoud met lokale journalisten, aangegeven dat de importen van het land een zware wissel trekken op de buitenlandse reserves. Een scherpe wisselkoersdaling (verdere devaluatie) en stijgende inflatie behoren tot reële gevolgen indien significante beleidsmaatregelen, niet gauw genomen worden. Het tekort aan middelen om de essentiële overheidsuitgaven te dekken waaronder publieke uitgaven, pensioenen en sociale voorzieningen dragen daaraan bij. Het risico dat de Centrale Bank van Suriname de begroting gaat financieren, blijft reëel aanwezig, met alle gevolgen van dien. De kredietwaardigheid van banken dreigt verder te verslechteren, aangezien weinig maatregelen getroffen zijn om de stijgende inflatie te remmen. Daarnaast geeft het IMF aan dat de internationale reserves op een kritiek laag niveau zijn.

More
articles