Als de regering Bouterse II die zich zelf financieel in de grootste problemen heeft gebracht, eerst goed studie had gemaakt van een eventueel samengaan met het IMF en de consequenties die daaruit zouden voortvloeien voor haar en het Surinaamse volk, dan had ze misschien ook voor een nuloptie gekozen, zoals Runaldo Venetiaan dat destijds deed. De regering had nauwgezet kunnen achterhalen wat voor programma’s dit fonds in het buitenland dwangmatig heeft doen uitvoeren en wat de gevolgen hiervan zijn geweest voor de landen en hun bevolking. Bouterse en zijn regering hadden vooraf kunnen weten hoe koelbloedig en berekenend dit fonds wel niet is en dat ze zuiver cijfermatig te werk gaat en geen enkele emotionele binding heeft met het land en volk waaraan tijdelijke financiële hulp wordt verleend. Meneer Hoefdraad op Financiën die zelf op een IMF-kantoor in het Midden-Oosten heeft gewerkt in de lagere echelons, weet precies hoe diep het mes van het IMF snijdt en hoe ernstig een volk zal moeten lijden alvorens er weer een opleving tot stand komt. En ofschoon er door tussenkomst van de huidige minister van Financiën, voldoende informatie over het IMF ter beschikking was en men daardoor had kunnen weten dat de voorwaarden niet of nauwelijks door te voeren zouden zijn in deze gemeenschap met haar bekende financiële draagkracht, ging de regering Bouta toch akkoord met een programma dat van a to z uitgevoerd zou moeten worden, wilde men verzekerd zijn van de gefaseerde overmakingen door het fonds. Maar wie de cijfers van de Centrale Bank kent en weet hoe slecht het kabinet Bouterse er voorstaat, zal misschien kunnen begrijpen dat er geen andere uitweg meer was dan het IMF. En dat heeft de minister van Financiën ook bevestigd in DNA. De man stelde dat het IMF de laatste strohalm was en dat andere financiële instellingen niet bereid waren Suriname te helpen. Dus eigenlijk kan gesteld worden dat grote buitenlandse banken hun neus hadden opgehaald voor Suriname en niemand onder voor ons land gunstige voorwaarden geld wilde lenen. Dus kan geconcludeerd worden dat de regering Bouterse met de rug tegen de muur stond en staat en zo desperaat was en is, dat het IMF met alle passie werd omhelst. En juist deze omhelzing is voor haar thans een ware wurging aan het worden, omdat de voorwaarden die door het fonds worden gesteld en waarmede de regering akkoord is gegaan, haar in de grootste problemen zullen brengen. Het fonds blijft maar hameren op opheffing van subsidies op nutsvoorzieningen en brandstof als zijnde voorwaarden voor de verdere verstrekking van financiële hulp. Bouterse en zijn regering weten zo langzamerhand door hun inlichtingennetwerk maar al te goed wat er bij het volk leeft en ook dat de rek er financieel bij de loontrekker uit is. Meer geld persen uit de zak van de doorsnee Surinamer kan sociale onrust veroorzaken en daar is totaal geen behoefte aan. Bouterse heeft ook al eerder gesteld dat een benzineprijs van SRD 9,- per liter ervoor zal zorgen dat hij huiswaarts wordt geschopt. De regering moet nu maar uitzoeken hoe ze alsnog aan de eisen van het IMF kan voldoen zonder een toestand van grote sociale onrust in de hand te werken. Maar de voorwaarden van het IMF omzeilen, is niet mogelijk en dat heeft de regering nu al goed in de gaten, want het fonds heeft besloten de tweede overmaking naar de Centrale Bank aan te houden, omdat Suriname zich niet heeft gehouden aan de afspraken. Er zijn afspraken waarbij Suriname stapsgewijs bepaalde afspraken moet nakomen, het half of niet uitvoeren hiervan wordt door het IMF niet geaccepteerd. Ook het zich het niet houden aan een bepaald tijdschema bij het uitvoeren van het programma, kan volgens het IMF niet door de beugel en vormt aanleiding voor het niet overmaken van de tweede tranche behorende bij de totale lening, groot 478 miljoen dollar. De regering Bouterse probeert tijd te winnen en is aan het laveren en dat is nou juist wat het IMF niet pikt. Zonder uitvoeren van hetgeen is afgesproken en schriftelijk vastgelegd is in de overeenkomst, heeft het IMF de vrijheid de overboekingen aan te houden en dat is nou precies wat gebeurt. Bouterse en zijn regering staan, zoals eerder gesteld, met de rug tegen de muur en zullen, gezien hun enorme schuldenlasten en aanhoudend en oplopend geldgebrek, genoodzaakt zijn het dictaat van het IMF te slikken en stapsgewijs moeten overgaan tot afbouwen van de subsidies van nutsvoorzieningen en de brandstof. De Surinaamse bevolking moet dan maar beslissen hoe lang ze de katibo nog zal willen accepteren. Bouterse en zijn kabinet hebben dit allemaal zelf in de hand gewerkt door maar te blijven verspillen en uiteindelijk te gaan graaien in de monetaire reserves. Dat ze uit eigen ervaring uit de jaren tachtig en de periode van de regering Wijdenbosch niet heeft kunnen opmaken, dat het een totaal verkeerde financiële en monetaire aanpak betreft, is gewoon niet te begrijpen. Mensen met langa finga en kruktu anu aan het stuur plaatsen op plekken die voorbestemd zijn voor integere, en kundige monetaire specialisten, resulteert uiteindelijk in ontwrichting van de macro –economie. En omdat de zaak thans wederom zo stuk is gemaakt had men geen andere keus dan het IMF te omhelzen. In de komende maanden zal blijken of het Surinaamse volk de nog zwaardere lasten zal kunnen dragen of nog langer bereid zal zijn zulks te aanvaarden.