In de Venezolaanse hoofdstad Caracas en in andere steden van Venezuela, is de sociale onrust losgebroken nadat president Maduro voor de duur van zeker twee maanden de noodtoestand heeft afgekondigd. Maduro verkondigt dat de VS en andere Latijns-Amerikanen landen erop uit zijn hem en zijn regering af te zetten . Dat zou volgens Maduro moeten gebeuren op een soortgelijke wijze als met de Braziliaanse president Roussef heeft plaatsgehad. Maduro kijkt tegen een rap groeiende politieke oppositie in Venezuela aan en probeert door ondemocratisch handelen de oppositie de wind uit de zeilen te nemen. De oppositie bezit in de volksvertegenwoordiging na de recent gehouden verkiezingen een tweederde meerderheid, maar Maduro weigert aan te nemen dat zijn politieke carrière ten einde is en vertikt het op te stappen. Aan het begin van dit jaar kondigde hij al een economische noodtoestand aan en dat allemaal in verband met de grote schaarste aan allerhande goederen in het land. Ook kijken de meeste Venezolanen aan tegen een zwaar gedevalueerde Bolivar, de nationale munteenheid, en gaat het land gebukt onder een zware inflatie en ernstig teruggelopen koopkracht. In veel gebieden in het land lijdt men honger en dat heeft tot gevolg dat duizenden dagelijks uit protest de straat opgaan. Sinds de prijs voor een barrel aardolie op de internationale markt met meer dan 50 procent is gedaald, heeft Venezuela te maken met een groot deviezentekort en kan de begroting helemaal niet meer sluitend gekregen worden. Producenten weten zich geen raad, omdat ook zij voor importen van grondstoffen en onderdelen aangewezen zijn op vreemde valuta die bijna niet meer te krijgen zijn. Heel wat fabrieken zijn dan ook gesloten, omdat de productie niet meer gaande kan worden gehouden. Maduro die er werkelijk weinig van snapt, ziet overal vijanden en saboteurs van zijn zogenaamde linkse revolutie. Hij dreigt thans de fabrieken gewoon over te nemen. Wel weet de man natuurlijk niet hoe hij de fabrieken draaiende zal moeten houden. Venezuela heeft thans te maken met een en al verval en er dreigt een humanitaire crisis van niet geringe omvang. Zelfs het Antilliaanse eiland Aruba, dat voor de kust van Venezuela ligt, kan te maken krijgen met een stroom van Venezolaanse vluchtelingen die de misère in hun land wensen te ontvluchten. Aruba zal zeker niet in staat zijn honderden en misschien wel duizenden ontheemde Venezolanen op te vangen. Intussen dreigt de toestand in Venezuela het kookpunt te bereiken, het is niet uitgesloten dat er zich gewelddadigheden zullen gaan voordoen nu het volk honger lijdt en bijvoorbeeld de ziekenhuizen geen behoorlijke zorg meer kunnen garanderen door het gebrek aan allerhande materialen en vooral onmisbare medicamenten. Maar zoals meerdere dictatoriale despoten die machtsdronken zijn, wil Maduro niet van wijken weten, omdat hij denkt dat het onder zijn bestuur toch nog goed zal komen. Dat station zijn de Venezolanen allang gepasseerd en zij wensen dan ook een omwenteling, of die spoedig zal komen, moet nog blijken.
Als we naar de Venezolaanse toestand kijken, moeten we tot onze spijt toegeven dat onze problemen soortgelijk zijn met die uit het westelijk gelegen land. Wij hebben ook te maken met de nadelige effecten van een ernstig gedaalde aardolieprijs per barrel en hebben als gevolg daarvan een enorm gebrek aan vreemde valuta, met name Amerikaanse dollars die hoognodig zijn voor onze buitenlandse betalingen en importen. Ook de daling in de goudprijs per troy ounce heeft gemaakt dat het deviezengebrek ernstig is toegenomen. We hebben, net als Venezuela, te maken met devaluaties van onze SRD en de daaraan inherent zijnde inflatie en verlies aan koopkracht bij de gehele bevolking. In onze landbouw en veeteelt vallen de klappen ook heel hard door de toegenomen kosten. Meststoffen zijn in prijs aanmerkelijk gestegen, terwijl de inkomsten niet stegen. In de veeteelt bijvoorbeeld, verdient de melkboer zo weinig voor zijn product, dat velen er nu reeds de brui aan gegeven hebben. Ook in de rijstbouw zijn de kosten aanmerkelijk toegenomen en de opbrengsten gelijk gebleven of afgenomen. We kunnen dan wel blijven leuteren over verhoging van de productie, maar dat gaat allemaal niet zomaar als er vanuit de overheid niet voldoende ondersteuning is. Hoe wil je meer produceren als er juist tegenwerking is. We hoeven dan alleen maar te kijken naar de te hoge government take en nu ook nog de verhoogde kosten voor stroom en water. En als de productie wordt aangezwengeld, hoe zit het dan met de afzet. De koopkracht van de bevolking is naar de knoppen en een buitenlandse afnemer is ook nog helemaal niet in zicht. Loze woorden en nog eens loze woorden die echt niet zullen leiden tot een verhoogde productie en export. En wie investeert er in een klimaat met een absoluut instabiele wisselkoers? Ook moet het investeringsklimaat een aanmerkelijke verbetering ondergaan wil de lokale of buitenlandse investeerder zijn geld hier gaan uitzetten. Een regering moet tevens vertrouwen uitstralen en voldoende arbeidrust kunnen garanderen, wil een investeerder deze kant uitkijken. En dat is bij ons momenteel zeker niet het geval. De toestanden hier en in Venezuela beginnen steeds meer op elkaar te lijken. Het rammelt al jaren aan alle kanten in Venezuela en dat merken we aan de uittocht van Venezolanen en de economische vluchtelingen uit dat land die een veilig heenkomen zoeken in omliggende landen, de VS en Europa. De onzekerheid neemt ook in ons land met de dag toe en het moet voor een ieder duidelijk zijn dat Suriname in een vrije val beland is. We hebben te maken met een devaluatie van onze munteenheid, de SRD, ten opzichte van de dollar met bijna 100 procent in de afgelopen zes maanden , de opeenvolgende devaluaties hebben enorme prijsverhogingen in de winkels tot gevolg en een verarming van de gehele bevolking. De schappen in onze supermarkten zijn nog niet leeg, maar de verscheidenheid aan producten neemt gestadig af en dat is een teken aan de wand dat we richting Venezolaanse toestanden gaan als de regering niet in staat is rap verandering in de situatie te brengen. Dat ziekenhuizen in de grootste financiële problemen zijn beland en dat men zelfs denkt aan afvloeiing van personeel, geeft aan dat er wel degelijk vergelijkingen kunnen worden getrokken met de toestanden in Venezuela. Financieel wanbeleid heeft zowel in Venezuela als in Suriname, tot grote misère geleid. En in plaats dat er tekenen zijn die op verbetering duiden, is er juist sprake van rappe verslechtering en dat geldt voor beide landen. In Venezuela zijn we niet ver van een gewelddadige ingreep van de dictator Maduro om het verzet tegen zijn regering te breken.
Een dergelijk ingrijpen zal internationaal tot grote verontwaardiging leiden en misschien wel tot boycot van dat land. In ons land glijden we steeds verder af door het toenemend overheidstekort dat thans gepaard gaat met vele leningen bij financieringsinstellingen en nu zelfs tot verdere verontrusting bij commerciële bedrijven. Wie deze geldschieters zijn, is niet duidelijk. Wel kan men zich meteen afvragen wie onder deze omstandigheden zo gek is of zoveel geld heeft om miljoenen SRD’s aan deze machthebbers die berucht zijn om hun wanbetaling, te lenen. Of deze commerciële financiers tot de bonafiden binnen onze samenleving behoren, blijft ook maar een open vraag. Dat de problemen in dit land evenals in Venezuela, aan het ophopen zijn, behoeft geen lang betoog. Dat er gewerkt moet worden aan het redden van dit land van de ondergang, staat buiten kijf. Hoe dat zal moeten geschieden, is tot op dit moment ook nog niet helemaal duidelijk. Er moet een herstelprogramma uitgewerkt worden en toegepast. Een dergelijk programma moet door professionelen samengesteld worden en op een juiste wijze zonder onregelmatigheden worden uitgevoerd. Of deze regering in staat is een dergelijk herstelprogramma met succes uit te voeren, blijft voor ons een open vraag.