“De ziekenhuizen zijn genoodzaakt om een deel van hun personeel af te vloeien als er geen verandering komt in de financiële positie van de instellingen.” Dit zegt Manodj Hindori, voorzitter van de Nationale Ziekenhuisraad (NZR), in gesprek met De West. Hierover zullen gesprekken gevoerd worden met de bonden en het ministerie van Arbeid. De huidige situatie in de ziekenhuizen is volgens Hindori uiterst zorgwekkend.

De kosten van de dienstverlening vliegen de pan uit door koersstijgingen en inflatie, maar de ziekenhuizen krijgen van de overheid geen ruimte om hun tarieven te verhogen. “Dit houden wij niet meer vol, de financiële positie is uiterst precair”, zegt Hindori. Hij geeft aan dat als er niet spoedig financiële verlichting komt, de ziekenhuizen het niet zullen overleven. In het kader van het besparen van kosten, zullen de ziekenhuizen efficiënter te werk gaan door gezamenlijk medicijnen, medische verbruiksmaterialen en zorgtechnologie in te kopen.

Automatisering maakt ook deel uit van de efficiëntieverbetering van de instellingen.

De NZR heeft enkele weken geleden gesprekken gevoerd met de minister van Volksgezondheid, Patrick Pengel. Hij heeft, aldus Hindori aan de raad gezegd dat de regering niet beschikt over een zak met geld voor de ziekenhuizen, ook zijn er geen financiële middelen beschikbaar om ze te subsidiëren. Tijdens het gesprek is er besloten om verhoging van de ligdagtarieven op de tafel van de zorgraad te plaatsen, wachtende op hun advies. De minister zou deze week gesprekken met de verzekeraars voeren in de hoop dat zij geneigd zijn binnen dertig dagen een deel van de oplopende rekeningen bij de ziekenhuizen te betalen.

De ziekenhuizen hebben voor de zoveelste maal aan de bel getrokken. Als er geen noodmaatregelen komen, zal de continuïteit van de gezondheidszorg niet gegarandeerd zijn. Dat de ziekenhuizen in financiële problemen verkeren, komt niet alleen door het betalingsgedrag (laat uitbetalen van declaraties) van de verzekeringsmaatschappijen, ook het stopzetten van subsidie door de overheid per 1 januari 2014 draagt hieraan bij.