De coalitie heeft, geheel volgens het concept van de wijziging van de Amnestiewet, een nieuw offensief gestart tegen de Rechterlijke Macht (RM). De jure heet het dat een selecte groep volksvertegenwoordigers een initiatiefwet ter wijziging van de Terugroepwet heeft ingediend bij De Nationale Assemblee (DNA). De facto is de actie niets meer en niets minder, dan een valse streek van de coalitie om de vertrouwde domeingrenzen in de Trias Politica te doorkruisen. De stop is meer nog het nemen van stappen om de poten onder de hele Rechterlijke Macht door te zagen. Wat is dan de waarde van een rechterlijk vonnis als het parlement toch de volmacht heeft om naar willekeur nieuwe wetgeving te creëren, die de uitvoering daarvan ondermijnt?
Wie niet doordenkt, kan al gauw meegaan met de stelling: Als een wet de orde verstoort, dan moet die worden veranderd of geschrapt of: We hebben geen wetten van Meden en Perzen, dus waarom zouden we die niet mogen veranderen?
Beide stellingen kloppen voor de volle 100 procent, toch gelden ze in deze kwestie alleen voor mensen die niet verder denken dan hun neus lang is, want leert de Grondwet van de Republiek Suriname ons niet dat: De wettelijke regelingen verbinden alleen voor het toekomende, en hebben geen terugwerkende kracht.
Dat betekent dat op basis van de Grondwet alleen al het niet mogelijk is dat het resultaat van de wet, die vandaag in behandeling is gegaan, van toepassing is op het verloop van de kwestie Sapoen/Chitan. Als dat toch gebeurt, is daarmee met nadruk opnieuw de deur wagenwijd opengezet voor anarchie. Opnieuw, omdat dit eerder is gebeurd. Is de Amnestiewet van 5 april 2012 niet op dezelfde wijze tot stand gekomen? Ook toen heeft de democratie geen stand gehouden tegen de gruwel van de dictatuur.
En wat doet de Rechterlijke Macht zelf dan? Het kan toch nimmer de bedoeling van de Franse verlichtingsfilosoof, Charles de Montesquieu, zijn geweest om van de Wetgevende en de Uitvoerende Machten actieve organen te maken die hun ideeën bij tij en ontij propageren, en de Rechterlijke Macht monddood te maken. Daarmee kan nooit het door hem beoogde evenwicht worden bereikt, waarbij één orgaan wetten bedenkt en ontwikkelt, een ander orgaan zorgt voor de correcte toepassing van de wet, en nog een ander orgaan oordeelt indien er twijfel is over de correcte naleving van de wet.
Maar gelukkiger- of misschien zelfs ongelukkigerwijs, reikt de democratie iets verder. De drie-eenheid binnen de Staat, kan niet en mag niet overeind blijven zonder het bestaan van een macht, die in handen is van het volk. Daarmee wordt namelijk de basis gelegd van een democratische Staat, die niet alleen met de mond wordt beleden, maar ook in de ruimste zin wordt beleefd, met het respecteren van de wil van het volk.
Steeds vaker duikt de vraag op, of we nog mogen spreken van democratie in een systeem waarin het volk niet de macht uitoefent die het van rechtswege bezit. Bij een uiterst zuivere ontleding van het woord democratie in ‘demo’ als volk en ‘cratie’ als macht, zouden we Suriname geen democratie mogen noemen. De macht ligt in Suriname immers niet bij het volk, het volk executeert die macht althans niet.
En zolang de rek er nog in zit, zullen de machthebbers hun zinnen doordrukken.
Beware: they did it once, they will do it again and again, … and even again!
DEMOCRATIE
Democratie is een bestuursvorm. Het Nederlandse woord stamt af van de Griekse woorden δῆμος (dèmos), “volk” en κρατέω (krateo), “heersen, regeren” en betekent dus letterlijk “volksheerschappij”. Dit houdt in dat het volk zelf stemt over de wetten, zoals in het oude Athene, of het volk verkiest vertegenwoordigers die de wetten maken.
In een democratie is de voltallige bevolking soeverein en is alle autoriteit gebaseerd op de (minstens theoretische) instemming van het volk. Deze bestuursvorm is gebaseerd op het menselijke gelijkheidsideaal. Als iedereen vrij en gelijk in rechten en plichten geboren is (zoals in het eerste artikel van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat) dan heeft ook niemand méér recht dan een ander om bepaalde wetten vast te stellen of beslissingen te nemen. Het implementeren van die theorie in de politieke praktijk is vaak niet eenvoudig en kent vele aspecten.
Zo stelde Tocqueville dat vrijheid en gelijkheid op gespannen voet met elkaar staan. Een te grote vrijheid gaat ten koste van de gelijkheid, maar andersom geldt hetzelfde. Ook waarschuwde hij voor de tirannie van de meerderheid. Niet alleen kunnen minderheden zo in de verdrukking komen en hun toevlucht zoeken in geweld, ook de meerderheid zelf kan hier het slachtoffer van worden.
Zakaria stelt dat in West-Europa de rechtsstaat en de bescherming van vrijheid voorafging aan verkiezingen waarbij het grootste deel van de bevolking is betrokken, waardoor een liberale democratie kon ontstaan. In landen waar deze bescherming ontbreekt, zou de kans groot zijn op een onvrije democratie, zoals dat thans het geval is in Suriname.