Volksvertegenwoordiger Asiskumar Gajadien (VHP) heeft maandag met een interpellatievoorstel aan president Desiré Bouterse gevraagd om duidelijkheid te verschaffen of te laten verschaffen in specifieke zaken bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS). De oppositieparlementariër is onder meer geïnteresseerd in het dekkingspercentage van de Surinaamse dollar en in een overzicht van de kosten van de buitenlandse reizen van Financiënminister Gillmore Hoef-draad gedurende de vijf jaar die hij heeft gediend als governor van de CBvS. Gajadien verwacht dat Bouterse de antwoorden zal geven tijdens een openbare vergadering van het parlement. Het volledig interpellatievoorstel aan de president, door tussenkomst van de parlementsvoorzitter, luidt als volgt:
‘Heer President,
Ondergetekende, Gajadien Asiskumar, Lid van De Nationale Assemblée, benadert u hierbij krachtens artikel 86 van het Reglement van Orde, ter beantwoording van de hierna volgende vragen.
De Centrale Bank van Suriname heeft onder meer als taken, het bevorderen van de stabiliteit in de waarde van de geldeenheid van Suriname waarbij het behoud van het dekkingsprincipe van de monetaire aggregaten door de monetaire reserve bij de bankte regelen, conform artikel 19 van de Bankwet. Verder heeft de bank ook als taak het bevorderen van een evenwichtige sociaal-economische ontwikkeling van Suriname. Tevens is het deze Bank conform artikel 16 van deze wet verboden middelen of faciliteiten beschikbaar te stellen of aan te wenden voor quasi-fiscale activiteiten, of op enigerlei wijze betrokken te zijn bij quasi-fiscale activiteiten. Ook dient door de president van de Bank maandelijks te verzenden aan de leden van de Raad van Commissarissen, waaronder ook de Regeringscommissaris conform artikel 27 lid 6 van de Bankwet, een opgaaf van de stand van de voorschotten aan de Staat, in de zin van artikel 21, alsmede een opgaaf van de dekking van het gezamenlijk bedrag aan bankbiljetten in omloop, creditsaldi in rekening-courant bij de Bank en andere van de Bank dadelijk opeisbare vorderingen, in de zin van artikel 19.
Voorts kan het nooit en te nimmer zo zijn dat er publicaties plaatsvinden over het exorbitante uitgavenbeleid van de Centrale Bank zonder dat er een reactie komt van deze bank. Aangezien de transparantie bij onze moederbank essentieel is en deze bank zich dient te houden aan de wettelijke regelingen, is het van belang President, u te benaderen met de volgende vragen:
Wat is thans het dekkingspercentage van onze munteenheid en waarom wordt niet conform artikel 19 van de Bankwet gehandeld?
Aan welke externe deskundigen, voor hoelang en tegen welk fee zijn er in afgelopen 5 jaren werken door en ten behoeve van de Bank gegund?
Kan aangegeven worden wat de kosten zijn van de buitenlandse reizen van de voormalige governor en delegaties in de afgelopen 5 jaren voor de bank?
Zijn er voor de devaluatie van de SRD in november 2015 grote bedragen in deviezen verkocht en wederom opgekocht? Kan hiervan een overzicht opgestuurd worden?
Kan er een overzicht gepresenteerd worden van transacties voor de valuta interventies in de afgelopen 5 jaren waarbij middelen uit onze monetaire reserve gebruikt zijn?
Kan worden aangegeven hoe groot de valuta transacties in totaal waren bij de recente valuta inschrijvingen van de Surinaamse Post Spaarbank en welk deel hieruit afkomstig is van de Centrale Bank?’