Uit de meest recente statistieken van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) blijkt dat de monetaire reserves van Suriname ook in de laatste maand van het jaar 2015 zijn gedaald ten opzichte van een maand eerder. Een trend die zich ondertussenal 32 achtereenvolgende maanden voortzet. In december 2015 is de totale monetaire reserve, ondanks een stijging van de deviezenreserve, gedaald met US$ 29 miljoen naar US$ 330 miljoen. De totale monetaire reserve bedraagt thans bijna de helft van een eerder zelf door de toenmalige (en wellicht nog de huidige) governor van de CBvS, Gillmore Hoefdraad, gesteld kritiek punt van US$ 600 miljoen.

Als de stand van de Surinaamse monetaire reserves op jaareinde niveau geëvalueerd worden, dan is te zien dat deze vanaf 2012 in een vrije val terecht zijn gekomen. Eind 2012 bedroegen deze reserves nog meer dan US$ 1 miljard. Dit hoogtepunt is helaas daarna gekelderd naar US$ 779 miljoen in 2013, US$ 625 miljoen in 2014 en tenslotte US$ 330 miljoen. Ten opzichte van december 2014 is de monetaire reserve dus met bijna 50% gedaald. Hetzelfde geldt voor de deviezenreserve, die van US$ 447 miljoen naar US$ 222 miljoen is afgenomen.
Deze daling(en) is (zijn) onder andere te wijten aan de vele interventies die de moederbank de afgelopen perioden heeft gepleegd. Deze interventies werden eerst gepleegd ten behoeve van het brengen van rust op de valutamarkt. Daarna werd echter ook geïntervenieerd om achterstallige overheidsuitgaven te financieren. Deze tactiek, welke is gebruikt om schuldeisers van de overheid (voor even) zoet te houden, heeft echter averechts gewerkt, met een op hol geslagen wisselkoers tot gevolg.