Defensieminister Ronni Benschop heeft donderdag bij de eerste regeringsronde van de begrotingsbehandeling op geen enkele vraag van VHP-parlementariër Krishna Mathoera antwoord gegeven. Hoewel Mathoera bij de minister aandrong om de vragen te beantwoorden, liet hij deze onbeantwoord. Mathoera had opgemerkt dat in tegenstelling tot het voornemen van de regering om te gaan bezuinigingen, de uitgaven op defensiebegroting van 2016 zijn toegenomen met SRD 25 miljoen opzichte van 2015. “Dat staat lijnrecht tegenover de bewering dat je gaat bezuinigen”, zegt Mathoera in gesprek met De West. Verder merkt ze op dat 10 procent van de middelen die opgebracht zijn op de begroting voor beleidsprogramma’s, niets te maken heeft met de kerntaken van het ministerie. De Luchtmacht van het Nationaal Leger (NL) heeft pas drie helikopters via de creditline van India gehad, maar op de begroting staat wederom aangegeven dat er een aanbetaling zal worden verricht voor de aanschaf van een vliegtuig. “Ik kan niet begrijpen wat de noodzaak van deze aanschaffing is, terwijl wij in een crisis zitten en praten over bezuinigingen. Ik denk dat de prioriteiten beter kunnen worden gesteld.
Deze middelen kunnen liever naar het ministerie van Volksgezondheid of Onderwijs of het Korps Politie Suriname”, meent Mathoera. Verder kan ze zich niet voorstellen dat op de begroting ook opgebracht is dat er een marinevaartuig zal worden aangeschaft, terwijl de kustwacht over drie gloednieuwe marineschepen beschikt. “Ik merk dat het ministerie van Defensie niet ervoor kiest om samen te werken, maar dat ze liever geld gaat uitbesteden. Dat lijkt me niet logisch. Ik heb er moeite mee”, zegt zijj. Tenslotte merkt ze op dat in de afgelopen vier jaar het ministerie van Defensie ruim 1700 mensen in dienst heeft genomen, waarvan 200 mensen met pensioen of overgeplaatst zijn. “De minister kondigt aan dat er wederom 300 mensen zullen worden aangenomen, maar hij kan mij niet vertellen wat de noodzaak ervan is en wat de kosten zullen zijn. Hij beantwoordt mijn vragen gewoon niet”, aldus Mathoera. Ze verwacht dat de minister in de tweede ronde deze vragen van haar wel beantwoord. “In de afgelopen periode heeft de regering maar 20 procent van de vragen beantwoord en dat geeft een onbehaaglijk gevoel als parlementariër. Je kan je werk niet naar behoren doen”, vindt zij. Ze wijst erop dat de rol van het parlement is de regering te controleren, niet alleen op rechtmatigheid, maar ook op doelmatigheid. “Afgelopen vijf jaren zijn de begrotingen aangenomen, er was totaal niets aan de hand, maar na vijf jaren zie je niets anders dan dat begrotingen niet zijn uitgevoerd en dat wij in een crisis zijn. Dit kan zo niet doorgaan. De regering heeft een informatieplicht naar de gemeenschap toe.” De parlementariër zegt ook dat de regering steeds werkt met middelen van het volk en dat zij recht heeft om te weten wat er gedaan wordt met de middelen. Volgens haar moet er een wet komen die de regering verplicht om antwoorden te geven aan het parlement. “De algemene beginselen van behoorlijk bestuur worden totaal niet toegepast”, aldus Mathoera.