Geen compensatie Staat voor openbreken Brokopondo-Overeenkomst

De fiscalist mr. Roy Shyamnarain, heeft deze week verklaard, er niet aan te ontkomen dat we verschrikkelijk bij de neus zijn genomen met betrekking tot de uitkomst van de onderhandelingen over de toekomst van onze bauxietindustrie. Ons land heeft te weinig compensatie gekregen voor het feit dat Alcoa de Brokopondo-Overeenkomst (BO) 15 jaar eerder zal beëindigen. Shyamnarain wees erop, dat Suralco de contractspartij is bij de BO, maar de nakoming van haar verplichtingen door Alcoa ‘zonder uitzondering’ in een separate borgstellingsovereenkomst met Suriname wordt gegarandeerd. De BO is een contract tussen twee partijen voor 75 jaar, er zijn daarbij inspanningen en offers gepleegd, zo heeft Suriname een groot deel van haar bevolking van de ene op de andere dag verplaatst, alleen maar zodat er een stuwmeer kon komen. Het gaat om heel ingrijpende aspecten, waarbij bepaalde verwachtingen waren gewekt. Er zou 75 jaar lang de garantie zijn dat er een bepaalde ontwikkeling zou zijn in het land. De planning die gemaakt was, wordt nu met 18 jaar ingekort, en daarvoor moet een alternatief worden geboden, beklemtoonde Shyamnarain tegenover Radio ABC. Nu is de enige compensatie dat Alcoa toegezegd heeft te willen bekijken of er wat te doen valt met de bauxietafzettingen in West-Suriname en komt deze multinational er wel erg makkelijk mee weg. De fiscalist verduidelijkte, dat het door de Staat in beheer verkrijgen van de Afobaka waterkrachtcentrale in 2019 niet als compensatie kan worden aangemerkt. In de BO is de consequentie van artikel 1 lid 15, dat op moment van beëindiging van de overeenkomst, de hydrocentrale aan Suriname wordt overgedragen. Het overdragen van de hydrocentrale kan dus niet gezien worden als compensatie, evenzo het nakomen van milieuverplichtingen en verplichtingen van Suralco naar haar werknemers, daar dit contractueel al was vastgelegd. Het enige wat overblijft als compensatie, is dat Alcoa op zich neemt de kosten van de haalbaarheidsstudie van West-Suriname. Als dit zo’n US$ 10 miljoen bedraagt, dan weegt dit absoluut niet op tegen het ingrijpend 18 jaar eerder beëindigen van de BO. Bij Shyamnarain leeft de indruk dat bij de Staat de focus te veel gericht was op het krijgen van de controle over de hydrocentrale dan op het behoud van de bauxietsector in het algemeen. Nu blijft tot 2019 de stuwdam van Suralco en zullen de opruimingswerkzaamheden gefinancierd worden uit de verkoop van waterkrachtenergie aan de Staat.

More
articles