De aanvallen waren snel. Binnen enkele minuten hadden de rovers hun slag geslagen. Ze kwamen vanuit de oever, renden de winkel binnen, losten schoten, pakten het geld en weg waren ze. Dat is vorige week zeker drie keer gebeurd: op de woensdag, de zaterdag en zondag. De Franse politie is naarstig op zoek naar deze zogenaamde ‘hit and run’ bende die de grensplaats Saint-Laurent-du-Maroni (Frans-Guyana) onveilig maakt, en vermoedelijk bestaat uit een onbekend aantal Surinaamse jongemannen. De Fransen hebben informatie dat ze opereren vanuit Albina en Papatam, en dat ze na hun overvallen op Frans territoir, zich snel terugtrekken naar Surinaamse bodem en zo ongrijpbaar worden voor de ‘buren’. Na hun flitsende acties, vluchten ze weer de grens over naar Suriname. De Gendarmerie Compagnie Saint-Laurent zit met de handen in het haar, want ze hebben geen jurisdictie aan de Surinaamse zijde van de Marowijnerivier. Een bootsman is aangehouden. De gendarmerie denkt dat hij verantwoordelijk is geweest voor het riviertransport van de rovers. Het is niet uitgesloten dat de zogenaamde ‘hit and run’ bende eerder heeft toegeslagen, maar de Franse politie heeft de overvallen eerst vorige week toegedicht aan een structurele groep. Bij een van de overvallen is een man gewond geraakt.
Vooral de overval van zondag heeft veel tongen losgemaakt. Het was zondagochtend, maar er waren al genoeg mensen op de been toen de twee gewapende mannen vanuit de richting van de rivier al schietend een winkel binnenstormden en de kassa plunderden.
De buit: € 200 en een slof sigaretten. De hele actie heeft, aldus kapitein Jean-Louis Tonnelier, 2de commandant van de Gendarmerie Compagnie Saint-Laurent, maar enkele minuten geduurd. Vermoedelijk uit onvrede over de magere buit, sloegen de bandieten op hun vlucht nog eens toe. Nu was een man die aan de rivier zat te genieten van een mooi uitzicht, het slachtoffer. Hij stribbelde echter tegen en weigerde geld en andere bezittingen af te staan. De arme man betaalde een hoge prijs voor zijn dapperheid, hij kreeg een schotwond in zijn been. Hij wordt behandeld in een plaatselijk ziekenhuis. De opsporingsautoriteiten kwamen snel in actie na de meldingen, maar het resultaat is voorlopig nihil: de rovers zijn nog niet aangehouden. Na de eerste verklaringen van omstandersen ooggetuigen is er een opsporingsplan opgezet door de gendarmerie; de brigade van de recherche is te werk gegaan, verse sporen op de plaatsdelict zijn onderzocht. Daarnaast rukten militaire patrouilles te land en te water uit. Een mobiele brigade sloot het personenverkeer over de Marowijnerivier af in een poging de vluchtende rovers de pas af te snijden, maar die waren tegen die tijd al vermoedelijk in Albina of Papatam. Er is een kleine kans dat ze stroomopwaarts zijn getrokken en aan de Franse oever zijn ondergedoken. Maar dat zou geen ingenieus vluchtplan zijn, aangezien de Fransen alle hens aan dek hebben geroepen en de grens meter voor meter afspeuren. De bevolking van St. Laurent was duidelijk onder de indruk van de inzet van de politieautoriteiten en het groot machtsvertoon langs de grens. Patrouillewagens, voetpatrouilles, politiehonden en politieboten met eenheden die passerende boten inspecteerden. Het resultaat was mager. Rond het middaguur werd een bootsman opgebracht. Hij zou vermoedelijk de twee rovers hebben getransporteerd. Het is vooralsnog onduidelijk of hij wist wat ze in hun schild voerden of dat hij ze heeft aangezien voor twee reguliere klanten. Na te zijn voorgeleid voor de procureur, is hij in verzekerings gesteld. Het Openbaar Minister probeert via deze man zoveel mogelijk informatie in te winnen voor het verder onderzoek naar de identiteit van de bendeleden en andere details rond de verdachten.