De vertrekkend ambassadeur van de Verenigde Staten van Amerika, Jay Anania, verwacht niet dat de VS hun status als belangrijkste handelspartner van Suriname zullen verliezen als multinational Alcoa definitief uit Suriname vertrekt. De bilaterale handel zal door de economische activiteiten van goudmultinational Newmont juist naar een veel hoger niveau worden gestuwd, daarenboven zijn er drie Amerikaanse bedrijven die verwoed naar olie speuren vóór de Surinaamse kust. Als er op een bonanza wordt gestuit, zal dit eveneens een enorme impact hebben op onze economie. In gesprek met De West wijst de topdiplomaat erop, dat als de overheid haar werk had gedaan, Newmont al in productie zou zijn en honderden miljoenen dollars extra in staatskas zouden zijn gebracht, waardoor de huidige financiële crisis niet zo hard zou zijn aangekomen. Men bleef echter maar dralen en uitstellen en uiteindelijk heeft het tien jaar geduurd voordat de goudovereenkomst werd gefinaliseerd. Anania over de bilaterale handel na een exit van Alcoa: “Trade will go down somewhat, but frankly, in the last few years the operation has been a shadow of its former self and the value of the products being shipped was much lower. So I don’t think it will hurt our bilateral relations.” De VS-ambassadeur voorziet eerder dat de waarde van de Newmont goudproductie die van de aluinaardeproductie van de afgelopen jaren, vele malen zal overtreffen. Daarenboven verwacht hij dat Newmont veel Suralconiërs zal opvangen als de stekker uit het bauxietbedrijf wordt getrokken.

ISSUES ROND ALCOA EXIT

Anania wil niet speculeren of het exit van Alcoa mede ingegeven is door het politiek klimaat in Suriname, waarbij onder meer werd gesteld dat de Afobakadam per se in de boezem van de Staat moest komen.

“Alcoa made it’s decision based on a business decision”, benadrukt hij. De Surinaamse overheid had in dit kader beter moeten nagaan in hoeverre ze buitenlandse investeerders heeft aangemoedigd of juist ontmoedigd.  Zo is het voor elke grote industriële onderneming van belang, dat er een modern energieplan is met betrekking tot de energievoorziening. Het feit dat op zware diesel werd gedraaid, is een grote factor geweest waarom de Alcoa plant niet rendabel was, echter is er nooit echt een behoorlijke discussie binnen de overheid geweest over de implementatie van alternatieve energievormen. Inconsistentie, gebrek aan transparantie en het feit dat de Staat geen daadkracht toonde bij onderhandelingen, werden en worden überhaupt als zeer storende factoren ervaren door Amerikaanse multinationals. Naar zeggen van Anania heeft Staatsolie daarentegen een excellente job gedaan. Alle aanbestedingen waren volledig transparant, de bedrijven wisten waar ze aan toe waren en zodra er op olie wordt gestuit, weet men precies wat de condities zijn. Men hoeft dan niet terug naar de onderhandelingstafel, zoals dat bij Newmont het geval is geweest. “The bad is the gold and what is good is the oil”, verwoordt Anania de ervaringen van de Amerikaanse multinationals tijdens de onderhandelingen.