Human Rights Report:
Het US State Department heeft in zijn enkele dagen geleden uitgebrachte rapportage ‘Suriname 2014 Human Rights Report’ vastgesteld dat het meest ernstige probleem op het vlak van mensenrechten in Suriname, het onopgeloste proces is tegen de voormalige militaire dictator en huidige president Bouterse en 24 medeverdachten voor de buitengerechtelijke executie van 15 politieke tegenstanders in december 1982. Heikelpunten zijn tevens de grootschalige corruptie bij de overheid, de langdurige voorhechtenis van beklaagden en rapportages over intimidatie van de pers. Andere mensenrechtenvraagstukken behelzen de zelfcensuur die bepaalde mediahuizen en journalisten plegen, de maatschappelijke discriminatie van vrouwen, Marrons, inheemsen en andere minderheden, het huiselijk geweld tegen vrouwen, de mensenhandel en de kinderarbeid in de informele sector.
In het rapport wordt gewezen op het voortdurende gebrek van de erkenning van landrechten van de Marrons en inheemsen, en de wederom gerapporteerde discriminatie jegens lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender (LGBT) personen en andere minderheden, waarbij met name een incident in september 2014 werd aangehaald, waarbij een transgender commerciële sekswerker tijdens zijn detentie werd mishandeld door politieagenten van het Hoofdbureau aan de Keizerstraat. Volgens het Amerikaans ministerie van Buitenlandse Zaken waren Surinaamse gevangenissen in het onderzoeksjaar over het algemeen schoon en goed onderhouden, maar waren de omstandigheden echter slecht en de vele kleine tijdelijke detentiecentra leken structureel onhygiënisch en overvol te zijn. De bevindingen van de Amerikanen per november 2014 waren dat de Hazard gevangenis in Nickerie 96 gevangenen had bij een capaciteit van 106, Santo Bo-ma 334 gevangenen bij een capaciteit van 380, Duisburglaan 217 gevangenen bij een capaciteit van 228 en het Huis van Bewaring 296 arrestanten en veroordeelden telde bij een capaciteit van 550. Hoewel het Huis van Bewaring oorspronkelijk was bedoeld als een tijdelijk detentiecentrum, bestond een groot deel van de gevangenispopulatie uit veroordeelden die niet zelden maanden wachtten op overplaatsing. Gevangenen spraken wederom hun bezorgdheid uit over slechte omstandigheden, zoals onvoldoende voedsel, mishandeling door gevangenisbewakers en beperkte ventilatievoorzieningen.