Suriname heeft sinds 1990 positieve stappen vooruit gezet bij het reduceren van honger onder de bevolking, en zal één der millenniumdoelstellingen (MDG) van de Verenigde Naties behalen, namelijk het tussen 1990 en 2015 halveren van het aantal burgers dat honger lijdt, of dit aantal reduceren tot onder de vijf procent. Dit blijkt uit gisteren uitgebrachte internationale rapportage van de Food and Agriculture Organization (FAO). In het tijdsvak 1990-1992 was 15,5 procent van de Surinaamse bevolking ondervoed, in de periode 2014-2016 zal het om 8 procent gaan, oftewel tot nu toe een reductie van 48,2 procent. In het Caribisch gebied behoort Suriname met nog vijf andere Caribische landen tot de naties die de hongerreductie MDG zal bereiken en die veelbelovende indicatoren hebben met betrekking tot voedselveiligheid en voeding, blijkt uit een rapport dat gisteren is vrijgegeven. In het rapport wordt opgemerkt dat Latijns-Amerika en het Caribisch gebied een grote stap richting de totale uitroeiing van honger hebben gezet, door het substantieel verminderen van het totale aantal ondervoede mensen. Onze regio behaalde ook het doel van de World Food Summit en bracht het totale aantal ondervoede mensen terug tot 34,3 miljoen. Over het geheel genomen, is de vooruitgang van het Caribisch gebied evenwel traag, dit is grotendeels te wijten geweest aan de instabiliteit van de sociaal-economische situatie en het klimaat in Haïti, een natie die goed is voor 75 procent van de ondervoede bevolking in het Caribisch gebied. “Het succesverhaal van de regio is gebaseerd op de positieve macro-economische situatie in de afgelopen twee decennia en de niet aflatende politieke inzet van de landen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied als het gaat om de uitroeiing van honger”, zei Raul Benitez, FAO regionale vertegenwoordiger. In de Caribische regio zijn er vijf landen die dichtbij zijn bij het bereiken van MDG 1c.
Mondiaal bezien telt de wereld op dit ogenblik ongeveer 795 miljoen mensen die honger lijden, wat overigens 167 miljoen minder is dan 10 jaar geleden en 216 miljoen minder dan de periode 1990-1992 is. Van de 129 ontwikkelingslanden zullen 72 naties MDG 1c halen, oftewel meer dan de helft van de landen die in het vizier zijn. Het percentage wereldburgers met honger is sinds het tijdvak 1990-1992 verminderd van 23,3% naar 12,9. Als voorts gekeken wordt naar het deel van de Surinaamse bevolking dat kampt met ondervoeding, dan wordt in het FAO-rapport vermeld dat het desbetreffend percentage in de periode 1990-1992 lag op 15,5, tussen 2000 en 2002 op 13,9, tussen 2005 en 2007 op 11,5, tussen 2010 en 2012 op 8,3 en tussen 2014 en 2016 op 8 zal zijn. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties heeft in een eerder rapport wel benadrukt dat peuters zowel wereldwijd als in Suriname gevaar lopen wegens de slechte voeding die hun wordt voorgeschoteld. Gemeld werd, dat slechte voeding in al haar vormen, te weten ondervoeding, deficiëntie aan micronutriënten, overgewicht en obesitas, voor onaanvaardbaar hoge economische en sociale kosten zorgt in de wereld.