In het kader van haar investeringsprogramma 2015-2020, heeft Staatsolie vandaag een tweede obligatielening gelanceerd. Naar zeggen van de financieel-directeur van het parastataal bedrijf, Agnes Moensi-Sokowikromo, zal via De Surinaamsche Bank, die optreedt als arrangeur, begeleider en administrateur, er naar toe gewerkt worden dat US$ 55 miljoen wordt opgehaald. De obligatielening zal wederom worden uitgezet onder de Surinaamse gemeenschap en heeft een looptijd van vijf jaar en een jaarlijkse rente van 7,75%, driekwart procent hoger dan de eerste obligatielening. De miljoenen zijn een deelfinanciering van het investeringsprogramma dat op US$ 953 miljoen is begroot. “Staatsolie neemt zelf een risico voor US$ 633 miljoen”, verklaarde Moensi, die verder uitlegde dat eveneens US$ 265 miljoen wordt geleend bij een consortium van buitenlandse banken. In haar presentatie kwam verder naar voren dat ruim US$ 1 miljard wordt besteed aan: het vinden van onshore en nearshore reserves (US$ 279 miljoen), het minimaal behouden van de onshore-olieproductie op 17.000 barrels per dag en het onderhouden van 70 nieuwe oliebronnen per jaar (US$ 304 miljoen), het verhogen van het opwekvermogen van de SPCS-electriciteitscentrale van Staatsolie naar 96 megawatt (US$ 25 miljoen), afronding van het Raffinaderij Expansie Project (US$ 25 miljoen) en participatie in het Merian Goudproject (US$ 249 miljoen). De financieel-directeur benadrukte meerdere malen dat Staatsolie een robuuste en betrouwbare onderneming is met zeer gunstige perspectieven. De eerste obligatielening is overigens goed verlopen, de gelden werden onder meer besteed aan de uitvoering van het Raffinaderij Expansie Project, de uitbreiding van de elektriciteitscentrale, de instandhouding van de olieproductie en de verhoging van de oliereserves. Vrijwel alle doelen zijn in dit opzicht gerealiseerd. Bijzonder aan de tweede obligatielening is, dat de 2197 huidige obligatiehouders voorkeur hebben tijdens de inschrijvingsperiode om wederom in te schrijven voor hetzelfde of een hoger bedrag. De minimale inleg is US$ 100 en de inschrijvingen zullen in twee perioden plaatsvinden. De huidige obligatiehouders kunnen tussen 30 maart en 15 april 2015 hun obligatie(s) inruilen en/of inschrijven voor nieuwe. Tussen 15 en 30 april kunnen overige beleggers inschrijven. Op 4 mei vindt de toewijzing plaats, waarna de storting van de inleggelden uiterlijk 14 mei 2015 moet zijn gedaan. DSB heeft voor deze nieuwe obligatie alle lokale banken bereid gevonden om een loketdienst te vervullen, waardoor de bereikbaarheid voor de gemeenschap is vergroot.