Mogen we roepen op Facebook of Twitter wat we maar willen? Theoretisch wel. Maar lelijk doen over de baas of klagen over dommigheid van klanten, kan je duur komen te staan.
Grenzen
Een Brit werd onlangs op staande voet ontslagen. Hij stuurde, op weg naar zijn werk in Londen, een tweet met de mededeling dat hij zojuist een fietser had aangereden. Hij was niet gestopt, want toch al aan de late kant om op tijd te komen. Dit berichtje kostte hem de kop, de werkgever was not amused. Zijn verweer, later bij de BBC, dat het slechts een grapje betrof, hielp niet meer.
We roepen van alles op social media, maar realiseren ons niet altijd dat vrijheid van meningsuiting grenzen kent. Je hart luchten kan fijn zijn, maar zodra de belangen van anderen of hun privéleven daarmee in het geding komen, kan het misgaan.
Trainingen
Corinne Keijzer is socialmediaexpert. Ze geeft trainingen en workshops, vooral over Facebook, Twitter en LinkedIn, en schrijft educatieve blogs. Daarnaast is ze auteur van een LinkedIn-handleiding en van het boek Facebook voor ondernemers. Over onze vaardigheden op social media is ze duidelijk: we zijn nogal hardleers op dat gebied. “We twitteren ons rot, maar vergeten dat de halve wereld meeleest. Vooral de laatste tijd is het geregeld in het nieuws. Is er weer iemand ontslagen omdat hij zich liet gaan over de baas of zich discriminerend uitliet over een collega.” Keijzer herinnert zich een medewerkster van een ziekenhuis die haar baan verloor. De dochter van de vrouw maakte, in de nachtelijke uren toen haar moeder dienst had, illegaal een modefotoreportage op de intensive care. Dat leverde leuke plaatjes op, die ze vol trots op haar Facebookpagina plaatste. De directie schrok zich een ongeluk en ontsloeg de moeder op staande voet. Datzelfde lot trof de nieuwe directeur van online betaalsysteem PayPall, die in kennelijke staat zijn collega’s beledigde op Twitter. Of de medewerker van autoconcern Chrysler die vanaf zijn bedrijfsaccount een tweet verstuurde over het beroerde rijgedrag van klanten. Eén berichtje, einde carrière.
Nooit veilig
Het lijken toevalstreffers, ongelukkige incidenten. Maar Keijzer maakt het dagelijks mee. Tijdens haar trainingen hoe om te gaan met social media is het daarom altijd een van de eerste zaken waarvoor zij waarschuwt: alles wat je privé op social media plaatst, wordt meegelezen. “Waan jezelf nooit veilig. Ook berichten die in een besloten netwerk worden gepost, kunnen via een ander terechtkomen bij mensen die ze beter niet kunnen lezen. Wil je je hart luchten, doe net dan op een feestje. Zo’n opmerking twitteren naar vrienden of posten op Facebook is superdom. Daarmee staat het zwart op wit, tot in lengte van jaren. En dat kan je vroeg of laat duur komen te staan.” Dat werkgevers spits zijn op wat medewerkers posten, is voor Keijzer een uitgemaakte zaak. “Sommige bedrijven monitoren álles wat over hen wordt geschreven en zijn er zo achter van wie het bericht komt. Vaak zal zo’n misplaatst bericht niet direct aanleiding voor ontslag zijn, maar als er al een dossier is opgebouwd en zo’n bericht komt daarbij, kan het de druppel zijn. Daar mag je rekening mee houden, lijkt me.”
Protocol
Omdat social media steeds aanweziger worden in privé- en zakelijke communicatie, moeten werknemers en werkgevers zich bewust zijn van de effecten. Keijzer adviseert bedrijven intern afspraken te maken en die vast te leggen. Zodat voor iedereen duidelijk is wat wel en wat beslist niet geoorloofd is. “Bedrijven kunnen werknemers niets verplichten of verbieden op gebied van socialmediagebruik, maar het hoort bij de zorgplicht voor personeel om duidelijk te maken wat wenselijk en niet wenselijk is als het gaat om het werk. Met een simpel protocol voorkom je gedoe. Daarin kan je vastleggen dat je nooit over klanten praat, collega’s afzeikt of vetes in het openbaar uitvecht.” Angst voor social media is volgens Keijzer niet nodig, juist omdat het bedrijven en werknemers ook veel oplevert. “Werknemers zijn de merkambassadeurs van een bedrijf en dragen dit ook uit op social media-kanalen. Ontevredenheid moet daarom eerder gesignaleerd en uitgepraat worden, maar liever niet via social media.”