Bij de herdenking van de Surinaamse politicus, Johan Adolf Pengel, vandaag 20 januari, beloofde voorzitter Gregory Rusland van de Nationale Partij Suriname (NPS), dat Surinamers betere dagen zullen meemaken. “De NPS belooft dat elke Surinamer zijn of haar positie in ons land zal verbeteren en in staat zal zijn een goed leven te hebben”, aldus Rusland bij het standbeeld van Pengel op het Onafhankelijkheidsplein. Volgens Rusland bestond voorheen het idee dat deze partij werd geleid door de elite, maar de partij werkt voor de gehele bevolking en zal verder werken voor een betere positie in Suriname. Thans zou de NPS zich zorgen maken over tal van zaken die nu gaande zijn in ons land, de stijgende dollarkoers is er één van. Van 1963 tot en met 1969 was Pengel lid van de NPS. Daarnaast was hij ook minister van Algemene Zaken, Binnenlandse Zaken, en van Financiën. Indien Pengel nog leefde, zou hij vandaag 99 jaar oud zijn geworden. Het hele team van de NPS was aanwezig, naast de voorzitter waren ook andere leden van de NPS aanwezig, te weten toenmalig president Ronald Venetiaan, Ruth Wijdenbosch, en de vertegenwoordiger van de jongerenraad van de NPS.Er waren ook vertegenwoordigers van verschillende andere partijen bij de ceremonie aanwezig, zoals PL-voorzitter Paul Somohardjo en prominenten van de VHP, BEP, SPA en de KTPI.
Rusland somde tal van zaken op die mogelijk zijn gemaakt tijdens de periode van Pengel en de ontwikkelingen die toen hebben plaatsgevonden. Denken wij aan het onderwijs, dan valt het beurzenbeleid niet weg te denken. Daarnaast is de oprichting op 1 november 1968 van een universiteit een heel belangrijke ontwikkeling. Andere zaken die Rusland aankaartte, waren het opzetten van het Academische Ziekenhuis Paramaribo, het Diakonessen Ziekenhuis en het aanleggen van de wegen in Suriname, het zijn allemaal positieve zaken die dankzij Pengel gestalte hebben gekregen. Somohardjo sprak zijn dank uit namens de voorgenoemde politieke partijen en benadrukte dat Suriname ondanks de verschillen tussen mensen één natie is. ‘Al houden wij niet van elkaar, maar als het gaat om Suriname dan moeten wij elkaar omhelzen’, zo sloot Somohardjo zijn woord van dank af.
De ceremonie begon met een gebed van dominee Zeefuik. Na de toespraken, mochten de vertegenwoordigers van de verschillende politieke partijen die aanwezig waren, kransen leggen bij het standbeeld van Pengel. De ceremonie werd afgesloten met een lied.
door Kimberley Fräser
