HET GOUD VAN BRUNSWIJK

Tien jaar aan bestuur onder een dictatoriaal figuur zonder behoorlijk onderscheidingsvermogen tussen eigenbelang en landsbelang, heeft Suriname van de rand van een middeninkomensland, terug doen vervallen naar een ontwikkelingsland. In cijfers uitgedrukt heeft de regeerperiode van Bouterse, Suriname achtergelaten met een schuldenlast van USD 4 miljard, na een surplus van USD 700 miljoen en met een periode van wereldrecords aan grondstofprijzen van Surinaamse exporten. Kenmerkend aan deze regeertermijn was een dictatoriale bestuurstermijn, vanwege angst voor de persoon van een president die vanwege een verleden van geweld, intimidatie en straffeloosheid een ongezond overgewicht had. Omdat er geen vakkennis in cruciale onderwerpen aanwezig was, begreep de regeringsleider niet genoeg voor kwalitatieve besluitvorming. Adviseurs met kwade bedoelingen verrijkten zichzelf. En het volk betaalt tot de dag van vandaag de hoge prijs daarvoor. De geschiedenis rijmt weleens en een dichterlijk gevaar ligt op de loer. Alles en iedereen wijkt al jaren voor de angstcultuur gecultiveerd rond Ronnie Brunswijk. Nergens is dat meer kenbaar dan in de ruis en willekeur rondom zijn belangen in Surinaams goud. De positie van Brunswijk in de branche is zo dominant en wijdverspreid, dat wij er zelden bij stilstaan, hoe en waarom uitgerekend Brunswijk, belangen in de goudindustrie heeft verkregen in eerste instantie. Brunswijk is geen geoloog. Brunswijk is geen metallurgisch ingenieur. Als het volgens artikel 41 Grondwet, de bedoeling is, de natuurlijke hulpbronnen in te zetten voor de economische, sociale en culturele ontwikkeling, blijft de vraag overeind, wat ooit in eerste instantie, Brunswijk gekwalificeerd heeft om belangen en aanspraken in deze industrie op te bouwen. Wat heeft opeenvolgende regeringen ertoe bewogen, hem gekwalificeerd, geschikt en boven anderen, optimaal te beoordelen, om hem de aanspraken die hij had of heeft, toe te kennen?

Van zijn werkgeschiedenis is een militair verleden, gevolgd door een paramilitair verleden bekend. Voor zover bekend, vormt mijnbouw geen onderdeel van een dergelijk ontwikkelingstraject. De redenen voor toekenning zijn dus niet die van de Grondwet of van het decreet Mijnbouw geweest, maar andere redenen. Dit alles is actueel vanwege recente uitingen van Brunswijk zelf.

Hij neemt op beelden, duidelijk zichtbaar, goud in ontvangst en wekt de indruk, dat hem het toekomt, of dat hij er zeggenschap heeft over de aanwending ervan. Die aanwending zou plaatsvinden ten gunste van zijn herverkiezing in 2025. Nadat buitenlandse verslaglegging heeft aangetoond dat lang na zijn aantreden als vicepresident, Brunswijk rechtstreeks deelhebber was in goudconcessies en goudondernemingen en dus in overtreding was van artikel 96 Grondwet, hebben zowel Brunswijk als Santokhi aangegeven, dat die situatie inmiddels rechtgezet zou zijn. Het verbod van de Grondwet is een verbod dat zowel rechtstreeks als zijdelings van kracht is.

Een naaste familielid, een stroman of een zakenpartner, zou net zo goed ‘zijdelings’ Brunswijk in overtreding laten, terwijl zijn eigen claim, te kunnen beschikken over goudopbrengsten ter financiering van een politieke campagne, al een alarmerende aanwijzing is dat de Grondwet niet nauwkeurig nageleefd wordt op dit punt. Scherper gesteld, lijken de cultuur van uitzondering en straffeloosheid zich in brede mate voort te zetten, rondom de persoon en de invloedssfeer van Brunswijk. Wie de concessies van dichtbij heeft meegemaakt, weet dat milieubewust te werk gaan, arbeidsomstandigheden of de legale status van vreemdelingen, aanwezig in het productiegebied, niet op nauw toezicht hoeven te rekenen. Dit wil niet alleen zeggen, dat mededingingsregels van het Caribisch gebied in de wind geslagen worden voor wat betreft de concurrentiepositie, doordat de gebieden binnen de invloedsfeer van Brunswijk goedkoper en makkelijker goud produceren. Het wil ook zeggen, dat de functionaris die leiding geeft aan de Raad van Ministers, qua wetgeving en beleidsdoelen, de pet van goudprofiteur maar al te graag verwisselt voor die van coalitieleider, als het op de inhoud van het regeerakkoord aankomt, dat op pagina 9 vermeldt: De kleinschalige goudwinning zal getransformeerd worden naar meer duurzame en veilige inkomsten- en werkgelegenheid, waarbij de veroorzaakte schade aan de natuur ook hersteld zal worden. Regulering van de illegale goudwinning naar een formele status is nodig, om ecologisch verantwoorde mijn- en verwerkingsactiviteiten af te dwingen en bovendien een acceptabele fiscale bijdrage te verkrijgen. Het milieuvraagstuk – met name het gebruik van kwik bij de goudwinning – zal gefaseerd worden afgebouwd. Het moment is aangebroken om de belofte in dat regeerakkoord van openbaar bestuur dat integer, transparant en vrij van discriminatie zal zijn, tastbaar in te lossen. Het register van mijnbouwrechten, van artikel 13 decreet Mijnbouw, moet publiekelijk vrijgegeven worden, voor wat betreft de informatie van de concessies van Brunswijk, of voorheen van Brunswijk, zodat een geïnformeerd Surinaams volk, zich vooraf kan verweren, tegen een herintrede van ongelijkheid, angst en straffeloosheid, aan het hoofd van de uitvoerende macht.

More
articles