VECHTEN TEGEN DE BIERKAAI

De organisaties die zich hebben gebundeld namens de gehele visserijsector, hebben in de kwestie van de zes Chinese megahektrawlers die nog steeds in onze wateren vertoeven en waarvan er één gisteren zelfs in de haven van Cehivas aangemeerd lag, nog steeds geen concrete reactie ontvangen van minister Lekhram Soerdjan op het door hen gestelde ultimatum. Soerdjan had in eerste instantie gesteld, dat de hektrawlers niet in aanmerking zouden kunnen komen voor een visvergunning om te opereren binnen onze territoriale wateren en economische zone, omdat ze niet aan de voorwaarden voldoen. De schepen zijn te groot in omvang en hebben een veel te groot motorvermogen. Deze schepen zijn gewoon drijvende visfabrieken en zullen bij het verlenen van een visvergunning, onze nationale visserijsector enorme schade toebrengen en ook onherstelbare schade aan onze visbestanden veroorzaken. Soerdjan was door de visserijsector een zogeheten deadline toegezegd, omdat men wenst te weten wat er staat te gebeuren met betrekking tot de hektrawlers en wat er over de andere visvergunningen zou zijn besloten. De onrust binnen de visserijsector is niet afgenomen, maar eerder toegenomen, omdat de Chinese hektrawlers niet zijn vertrokken nadat Soerdjan had gesteld dat ze niet over een vergunning zouden kunnen beschikken, omdat ze niet aan de voorwaarden voldoen. Het ernstige vermoeden bestaat thans dat de Soerdjan zijn voorganger via zijn directeur bij de visserijdienst, vergaande toezeggingen heeft gedaan aan de Chinezen via hun vertegenwoordiging hier ter stede, ROS National Fisheries N.V. Per slot van rekening zal geen enkele reder zijn schepen duizenden zeemijlen vanuit China laten overbruggen om naar Suriname te koersen als er geen concrete toezeggingen vooraf werden gedaan en wel met betrekking tot de vergunningverstrekking door de Surinaamse overheid. Deze zaak stinkt naar corruptie en grootschalige tyuku’s en doet vermoeden dat Soerdjan die deze smerige zaak is komen aantreffen, thans met de handen in het haar zit, omdat hij weet dat zaken niet correct zijn verlopen en de visserijsector gelijk heeft en niet de vernieling in geholpen kan worden door de Chinese hektrawlers alsnog toe te laten. Het is al jaren bekend, dat het een zeer corrupte bende is op het departement van Landbouw, Veeteelt en Visserij en vooral wanneer het gaat om de verlening van visvergunningen. Mensen die niet eens over boten beschikten, kregen na het geven van enorme tyuku’s, een visvergunning die ze dan weer verhuurden aan Guyanezen die hiervoor maandelijks in vreemde valuta moesten en moeten afdragen. Weer anderen die geen steekpenningen wensten te betalen, maar wel over visvaartuigen beschikten en beschikken, kwamen niet in aanmerking voor een vergunning. En zo maken we langzaam maar zeker de economie helemaal kapot en wordt het ondernemen in dit land steeds moeilijker en ingewikkelder voor de bonafide investeerder. Soerdjan tracht nu de gehele verontruste visserijsector te negeren en gaat niet in op het gestelde ultimatum. Soerdjan moet zich niet vergissen, de sector heeft de mogelijkheid om de economie behoorlijke schade te berokkenen. Bovendien is het zo dat de visexport een behoorlijke bijdrage levert aan de deviezeninkomsten van dit land en alle beetjes helpen momenteel. Als mocht blijken dat de regering en in haar kielzog Soerdjan op Landbouw, Veeteelt en Visserij, alsnog besluiten de Chinese megatrawlers toe te laten in onze wateren, dan is het zoveelste bewijs geleverd dat dit bestuur aan uitverkoop doet als het om de Chinese belangen gaat. In dit geval zal er dan zeker geen sprake zijn van een win-winsituatie zoals die hoge diplomaat ons wil doen geloven, maar zuiver een plundering van onze visgronden. Wie controleert uiteindelijk wat en hoeveel men vangt en wegdraagt richting het verre oosten? Wij weten het antwoord nu al en dat is dat niemand echt zal controleren en Suriname wederom de grote verliezer zal zijn en een hernieuwde positie van wingewest zal innemen. Wat van erg groot belang is en blijft, is dat de visserijsector deze strijd niet moet opgeven en desnoods de overheid naar de groene tafel sleept. Er mag niet wederom een sector ter ziele gaan, omdat enkele dieftigen binnen een regering, er persoonlijk voordeel bij hebben of hebben gehad.

More
articles