De schaduwzijde van etnische politiek ligt diepgeworteld in onze politieke structuren, waar diverse bevolkingsgroepen een complex maar ook niet ongevaarlijk maatschappelijk weefsel vormen. De vraag rijst of etnische politiek niet de belangrijkste bron van corruptie in het land is, en daarom een kritische analyse vereist van hoe politiek en etniciteit elkaar beïnvloeden, en welke rol machtsdynamieken hierin spelen. Surinames politieke cultuur wordt beheerst door partijen die historisch zijn gevormd langs etnische lijnen. Hierdoor worden bepaalde partijen anno 2024, ook nog zo bestuurd.
Dit systeem, oorspronkelijk bedoeld om inclusiviteit te bewerkstelligen in een land met diverse bevolkingsgroepen, heeft een diep verdeeld politiek systeem voortgebracht. Politieke loyaliteit is vaak gebaseerd op etniciteit in plaats van visie of competentie. Deze etnische verdeling leidt ertoe, dat machtsstructuren worden ingericht op basis van patronage en vriendjespolitiek, waarbij politieke partijen hun achterban of partijloyalisten proberen te accommoderen met benoemingen, projecten, of financiële voordelen. Etnische politiek versterkt corruptie op verschillende manieren. Politieke leiders, die afhankelijk zijn van de steun van hun etnische achterban, gebruiken vaak publieke middelen, om loyaliteit te kopen. Dit kan variëren van het toekennen van overheidsbanen aan partijleden en sympathisanten tot het verstrekken van contracten aan bedrijven gelinkt aan hun etnische groep af familieleden. Dit systeem van wederzijdse afhankelijkheid, verzwakt institutionele controlemechanismen, omdat loyaliteit zwaarder weegt dan integriteit of bekwaamheid. Daarnaast leidt etnische politiek vaak tot polarisatie, waardoor de focus wordt verschoven van nationale belangen naar groepsbelangen. Dit gebrek aan een gedeelde nationale visie, bemoeilijkt de strijd tegen corruptie, omdat het politieke landschap wordt gedomineerd door rivaliteit en wantrouwen tussen de etnische groepen. Hierdoor worden corruptieschandalen vaak gezien door een etnische bril, waarbij men beschuldigingen en of kritiek eerder interpreteert als aanvallen op de groep, in plaats van een kritische evaluatie van het beleid. In Suriname zien we hoe dit patroon zich voltrekt. In veel gevallen zijn politieke benoemingen gebaseerd op partijloyaliteit in plaats van expertise. In dit soort gevallen weegt de loyaliteit aan de partij zwaarder dan de nodige kennis. Dit heeft geleid tot inefficiëntie en wanbeheer binnen veel overheidsinstellingen. Ook ontstaat er een gebrek aan transparantie bij grote projecten, waarbij corruptie vaak onbestraft blijft. Dit ondermijnt het vertrouwen van de bevolking in de overheid en leidt tot een vicieuze cirkel en grotere corruptie. Een goed voorbeeld hiervan is de mate waarop infrastructurele projecten onevenredig worden toegekend aan instanties die politiek belangrijk zijn voor de heersende partij(en). Hoewel dit misschien een kortetermijnstrategie is om financiële steun te behouden, belemmert het de ontwikkeling van het land als geheel en verdiept het de kloof tussen de bevolkingsgroepen. Dit vereist verandering. Er is behoefte aan leiderschap dat verder kan en wenst te kijken dan etnische loyaliteit en zich richt op de belangen van alle Surinamers. Een mogelijke oplossing ligt in het bevorderen van etnisch gemengde politieke partijen en het aanmoedigen van samenwerking tussen groepen. Initiatieven die gericht zijn op het creëren van nationale trots en solidariteit, kunnen helpen om de focus te verschuiven van etnische verdeeldheid naar gemeenschappelijke saamhorigheid.