GARNALEN EN KANNIBALEN

Vanaf het moment dat SAIL in 1984 volledig in overheidshanden terechtkwam, heeft de bedrijfsvoering ups and downs gekend. Substantiële investeringen en substantiële omzetten zijn gerealiseerd door de tijden heen. Daarnaast hebben op het terrein allerlei activiteiten plaatsgevonden, die voor een zeevisserij- en verwerkingsbedrijf niet tot de core business behoren, zoals verpakking en ijsproductie, ijsverkoop, maar ook het aanmeren en aanlanden van vaartuigen, onderhoudswerkzaamheden, brandstofvoorziening en brandstofopslag. Daar kan naar gekeken worden met een brede visie, waarbij een kleine sector en een overheid in ontwikkeling, soms elkaar de hand moeten reiken. Wat duidelijk is, is dat geen enkele private ondernemer of buitenlandse investeerder, het bedrijf op die manier zou hebben gerund.

Onze huidige minister van LVV kent zowel de sector als het bedrijf van binnen en van buiten, en weet als geen ander wat de waarde van het bedrijf, de kennis, de technologie, de machinerie en de ligging zijn. Waar zijn leiderschap en netwerk, bijvoorbeeld bij de Melkcentrale, een merkbare verbetering in distributie en in productschap gebracht hebben, is het dan ook opmerkzaam, dat SAIL niet een van de lievelingskindjes van deze minister leek te zijn, als het ging om een beschermende hand bieden.

De geheimzinnigheid rond de lijst van voor privatisering in aanmerking komende parastatalen, brengt onrust voor personeel en voor handelspartners. Het heeft er alle schijn van dat de regering aan het volk mondjesmaat informatie loslaat om te voorkomen dat een moment van protest of confrontatie aanbreekt, als blijkt wat de werkelijke bedoeling is. En die aanpak roept meer vragen op dan dat het antwoorden biedt.

SAIL zit niet in een sector waar het in de decennia hiervoor onmogelijk was te overleven, integendeel. De vraag naar haar voornamelijk product neemt niet af, integendeel. Wereldwijd en lokaal is de vraag groot. De staat beschikt zelf over drie of vier financiële instellingen, die als doelstelling hebben, productie door financiering te stimuleren. Elke dag lijkt men bezig, fondsen op te richten en verhaaltjes te houden over diversificatie van de economie. Vanwaar dan de haast om uitgerekend dit bedrijf van de hand te doen?

Kan het zijn dat degenen dicht bij het vuur stelselmatig zodanig de eigen handjes verwarmd hebben, dat er voor productie, voor personeel, voor het aantrekken van talent, voor investeringen en voor land en volk te weinig over is gebleven?

Zelfs als de minister gevolgd wordt in zijn, ietwat onwetenschappelijke conclusie, dat de ligging beter geschikt is voor horeca, beschikken wij over meer dan driehonderd kilometer aan kuststrook en meer dan tweehonderd kilometer aan rivieroever met brak water, vergelijkbaar met de huidige ligging.

Met de opbrengst van de parel kan de oester gevoed worden. De minister van Financiën is als oud-minister van LVV niet minder bekend met de sector of met het bedrijf en als naaste familielid van zowel een van de grootste bouwondernemingen als van een bloeiend makelaarsbedrijf, evenmin onbekend met de realiteit van de vastgoedmarkt, in die omgeving en elders.

Wanneer bijzondere kennis- en ervaringrijke beleidsmakers, bijzonder veel haast hebben om in bijzonder veel stilte, bijzonder onlogische beslissingen te maken, is het de taak van het volk om vraagtekens te plaatsen in overweging en uitroeptekens te plaatsen bij afwijzing.

More
articles