Bij de volgende parlementsverkiezingen op 6 december in Venezuela speelt naast de actuele grensperikelen met buurland Guyana, ook het vraagstuk van gendergelijkheid. Er moeten evenveel vrouwelijke als mannelijke kandidaten zijn en ze moeten ook alternerend gerangschikt zijn. Als dat in een bepaalde regio niet mogelijk is, moet een lijst nog altijd minstens 40 procent vrouwelijke kandidaten tellen. Dat meldt persbureau IPS. “Die regel had er allang moeten zijn”, zegt Tibisay Lucena, voorzitter van de Nationale Kiesraad (CNE). “Dit is het resultaat van tientallen jaren strijd van honderden vrouwen. Hiermee zetten we een stap in de richting van een betere democratie.” In 1997 kwam er al een vrouwenquotum: 30 procent van de parlementskandidaten moest vrouwelijk zijn. Maar dat quotum werd in 2000 buiten de kieswet gehouden; het bleef sindsdien beperkt tot een aanbeveling van de Nationale Kiesraad. Daardoor zijn 137 van de 165 parlementsleden nu mannen.

Venezuela staat zo op de achttiende plaats van landen als het over vrouwelijke parlementsvertegenwoordiging gaat. Elsa Solórzano van de oppositiecoalitie MUD, plaatst grote vraagtekens bij de timing. De onverwachte maatregel komt te laat, zo dicht bij de verkiezingen. De MUD duidde een deel van haar kandidaten al aan via voorverkiezingen, die trouwens werden gesuperviseerd door de CNE. De oppositiepartijen moeten hun lijsten nu herschikken. Bovendien staat de grondwet geen veranderingen van de kiesprocedures toe zes maanden voor een verkiezing. CNE-voorzitter Lucena zegt dat over de maatregel sinds februari gesprekken liepen met vrouwelijke oppositieleiders. Maar “die individuele gesprekken betekenen niet dat de MUD hierover formeel geïnformeerd werd”, reageert Vicente Bello van de MUD.

Een andere oppositieleidster, Isabel Carmona, voorzitter van de partij Democratische Actie, is wel tevreden over de regel. “Deze maatregel raakt aan de manier waarop naar macht wordt gekeken, want in Latijns-Amerika is het machismo een machtssymbool. We beginnen dat nu te ontmantelen.” Historica en politicologe Margarita López Maya, ziet in de onverwachte maatregel een nieuwe poging van de socialistische regering van Nicolás Maduro om een sfeer van onzekerheid en onbehagen te creëren met het oog op de verkiezingen. In de opiniepeilingen hebben de oppositiepartijen immers een voorsprong.