A NO MI

In de huidige politieke strijd heeft de PALU recentelijk gereageerd op de beschuldigingen van Ramnandanlal, die stelt dat Suriname tussen 2010 en 2015 werd “kapotgemaakt” onder het beleid van Bouterse-II. Ramnandanlals uitspraken worden in de media breed uitgemeten, maar PALU stelt dat deze beweringen niet volledig accuraat zijn. Ramnandanlal heeft recentelijk gesuggereerd dat de economische problemen in Suriname zijn veroorzaakt door beleid uit de periode van Bouterse II, waarbij hij de Centrale Bankverslagen van 2015 aanhaalt als bewijs van de verwoestende impact van die regering. Volgens Ramnandanlal was de situatie onder Bouterse-II verwoestend voor de economie, met een drastische daling van de monetaire reserves en een ongekende inflatie na 2015.

PALU wijst erop dat de beschuldigingen ongegrond zijn, omdat de PALU, die ook betrokken was bij het bestuur van Suriname tijdens die periode, niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de crisis. PALU benadrukt dat het jaarverslag van de Centrale Bank over 2015, dat Ramnandanlal aanhaalt, aantoonde hoe de economie werd aangetast tussen 2010 en 2015, een periode waarin PALU volgens hen, juist deelnam aan het economisch beleid.

Daarnaast wijst PALU erop dat minister Hoefdraad van Bouterse in 2015 de publicatie van de jaarverslagen vanaf dat jaar heeft verboden. Dit zou zijn gedaan om de omvang van de economische schade te verbergen, wat volgens Palu de verklaring van de precieze economische toestand na die periode bemoeilijkt. Frappant is dat governor Hoefdraad voor PALU als coalitiepartner wel acceptabel was, maar dat de afkeuring begint, wanneer de ministersfunctie door hem bekleed wordt.

Nadat Bouterse in 2015 de verkiezingen won, erkende hij de precaire situatie van de economie, wat volgens Ramnandanlal direct verband houdt met de eerdere beleidskeuzes. Ramnandanlal vraagt zich af, hoe Suriname in deze precaire situatie terecht is gekomen, met de veronderstelling dat de destructieve beleidskeuzes tussen 2010 en 2015 een belangrijke oorzaak zijn.

PALU wijst erop dat de monetaire reserves van USD 1,2 miljard na 2012 aanzienlijk zijn verminderd, iets waartegen André Telting in het verleden had gewaarschuwd. Deze waarschuwingen blijken nu waar te zijn. Na 2015 leidde de situatie tot een ongedekte SRD en Suriname kende in 2016 de derde hoogste inflatie ter wereld, na Sudan en Venezuela. PALU’s waardering voor Telting heeft zich wat later ontwikkeld, gezien zij in politieke zin meer ondersteuning gegeven hebben aan de periodes Goedschalk en Hoefdraad.

Het is duidelijk dat de economische geschiedenis van Suriname een complex en beladen onderwerp blijft, met verschillende betrokken partijen die hun eigen versie van de waarheid naar voren brengen. De huidige discussies en beschuldigingen benadrukken de noodzaak voor een grondige evaluatie van het beleid en de impact ervan op de economie van het land. Of die evaluatie uit de hoek zou moeten komen van een partij, die het meest en het langst de samenwerking opgezocht heeft met de NDP en hun beleidsverdiensten altijd in het kielzog van Boutisme heeft verworven, is een andere vraag.

More
articles